Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT FCD 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

2.4.5 Stuurkabels

WAARSCHUWING
ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de
netvoeding kan de motor op elk moment starten. De
frequentieomvormer, motor en alle aangedreven apparatuur
moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer de apparatuur niet
bedrijfsklaar is op het moment dat de frequentieomvormer
op de netvoeding wordt aangesloten, kan dit leiden tot
ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan apparatuur of
eigendommen.
Het wordt aanbevolen om stuurkabels te
gebruiken voor een nominale spanning van 600 V.
Isoleer stuurkabels van hoogvermogencompo-
nenten in de frequentieomvormer.
Wanneer de frequentieomvormer in verband met
PELV-isolatie is aangesloten op een thermistor,
moet de stuurkabel versterkt/dubbel geïsoleerd
zijn.
Zie sectie 8.2 Algemene specificaties voor de
kabelgrootte en maximale belastingen voor de
stuurklemmen.
Klemnumme
Functie
r
01, 02, 03
Uitgang relais 1. Te gebruiken voor AC- en DC-
spanning en resistieve of inductieve belastingen.
04, 05, 06
Uitgang relais 2. Te gebruiken voor AC- en DC-
spanning en resistieve of inductieve belastingen.
12, 13
Digitale 24 V DC-voedingsspanning. Te gebruiken
voor digitale ingangen en externe transductoren.
Om de 24 V DC als common voor de digitale ingang
te gebruiken, stelt u 5-00 Dig. I/O-modus in voor
PNP-werking.
18, 19, 32, 33 Digitale ingangen. Te selecteren voor NPN- of PNP-
werking in 5-00 Dig. I/O-modus. De
standaardinstelling is PNP.
27, 29
Digitale in- of uitgangen. Te programmeren als in-
of uitgang. De in-/uitgangsfunctie is te selecteren
via 5-01 Klem 27 modus voor klem 27 en via
5-02 Klem 29 modus voor klem 29. De standaardin-
stelling is Ingang.
35
Common (-) voor externe 24 V-stuurreservevoeding.
Optioneel.
36
Externe +24 V-stuurreservevoeding. Optioneel.
37
Veilige stop. Zie de sectie Installatie Veilige stop
voor meer informatie.
20
Common voor digitale ingangen. Om de klem als
common voor de digitale ingang te gebruiken, stelt
u 5-00 Dig. I/O-modus in voor NPN-werking.
39
Common voor analoge uitgang.
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Bedieningshandleiding
®
MG.04.F1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
42
Analoge uitgang. Voor diverse functies te
programmeren via parametergroep 6-5*. Het
analoge signaal is 0-20 mA of 4-20 mA met een
weerstand van maximaal 500 Ω.
50
Analoge 10 V DC-voedingsspanning. Een signaal
van maximaal 15 mA wordt gebruikt voor een
potentiometer of thermistor.
53, 54
Analoge ingang. Te selecteren voor spanning (0±10
V) of stroom (0/4±20 mA). Gesloten is voor stroom
en geopend is voor spanning. De schakelaars
bevinden zich op de stuurkaart van de frequentie-
omvormer. Zie 2.4.13 DIP-switches
55
Common voor analoge ingangen.
61
common voor seriële communicatie via (RS-485
interface). Zie 2.4.12 Aarding van afgeschermde
stuurkabels
68 (+), 69 (-) RS 485-interface. Wanneer de frequentieomvormer
is aangesloten op een RS-485 bus voor seriële
communicatie kan een aanwezige schakelaar op de
stuurkaart worden gebruikt als afsluitweerstand.
AAN voor afsluiting en UIT voor geen afsluiting.
62
RxD/TxD –P (rode kabel) voor PROFIBUS. Zie de
specifieke publicaties (MCA 101) voor meer
informatie.
63
RxD/TxD –N (groene kabel) voor PROFIBUS.
66
0 V voor PROFIBUS.
67
+5 V voor PROFIBUS.
B01-B12
B-optie. Zie specifieke publicaties voor meer
informatie.
G, R, V, N, P Aansluiting LCP
2
2
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave