Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opstarten En Functionele Tests; Prestart; Veiligheidsinspectie; Hoge Spanning - Danfoss VLT FCD 302 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT FCD 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Opstarten en functionele te...

3 Opstarten en functionele tests

3.1 Prestart

3
3

3.1.1 Veiligheidsinspectie

WAARSCHUWING

HOGE SPANNING

Wanneer in- en uitgangsverbindingen niet correct zijn
aangesloten, kan er op deze klemmen een hoge spanning
komen te staan. Doe geen aannames over vermogenscom-
ponenten wanneer u het systeem voor de eerste keer
opstart. Volg de prestartprocedures. Het niet uitvoeren van
de prestartprocedures kan leiden tot lichamelijk letsel of
schade aan de apparatuur.
1.
Het ingangsvermogen naar de eenheid moet zijn
AFGESCHAKELD en vergrendeld.
2.
Verzeker u ervan dat er geen spanning staat op de
ingangsklemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93), fase
naar fase en fase naar aarde.
3.
Verzeker u ervan dat er geen spanning staat op de
uitgangsklemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W), fase naar
fase en fase naar aarde.
4.
Verzeker u ervan dat de motor continu loopt door
de ohmwaarden te meten op U-V (96-97), V-W
(97-98) en W-U (98-96).
5.
Inspecteer de frequentieomvormer op losse
klemaansluitingen.
6.
Sluit de kast en monteer het elektronische gedeelte
op de installatiekast.
7.
Controleer op een juiste aarding van zowel de
frequentieomvormer als de motor.
8.
Noteer de volgende gegevens van het motortype-
plaatje: vermogen, spanning, frequentie,
vollaststroom en nominale snelheid. Deze waarden
hebt u later nodig om de gegevens van het
motortypeplaatje te programmeren.
9.
Verzeker u ervan dat de voedingsspanning
overeenkomt met de spanning van de frequentie-
omvormer en de motor.
26
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Bedieningshandleiding
®
MG.04.F1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

3.1.2 Opstartchecklist

VOORZICHTIG
Voordat u de voeding naar de eenheid inschakelt, moet u
eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven
in onderstaande tabel.
Inspecteren
Beschrijving
Hulpappa-
Kijk of er hulpapparatuur,
ratuur
schakelaars, werkschakelaars of
ingangszekeringen/stroomonder-
brekers aanwezig zijn aan de zijde
van de voedingsingang naar de
frequentieomvormer of de uitgang
naar de motor. Controleer of ze
bedrijfsklaar zijn en in alle opzichten
op volle snelheid kunnen werken.
Controleer de functie en installatie
van sensoren die worden gebruikt
voor terugkoppeling naar de
frequentieomvormer.
Verwijder arbeidsfactorcorrigerende
condensatoren van de motor(en),
indien aanwezig.
Bekabeling
Zorg dat de kabels voor het ingangs-
vermogen, de motorkabels en de
stuurkabels van elkaar zijn gescheiden of
in drie afzonderlijke metalen leidingen
zijn geplaatst om hoogfrequente ruis
tegen te gaan.
Stuurkabels
Controleer op gebroken of
beschadigde kabels en aanslui-
tingen.
Controleer de spanningsbron van de
signalen, indien nodig.
Het gebruik van afgeschermde
kabels of gedraaide aderparen wordt
aanbevolen. Verzeker u ervan dat de
afscherming aan beide uiteinden
correct is afgesloten.
EMC-aspecten Controleer op een juiste installatie met
betrekking tot elektromagnetische
compatibiliteit.
Omgevingsas-
Zie het label op de apparatuur voor de
pecten
maximale omgevingstemperatuur. De
temperatuur mag niet hoger zijn dan 40
°C (104 °F). De luchtvochtigheid moet
5-95% niet-condenserend zijn.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave