Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Pieptoon Instellen; De Automatische Audiomixfunctie Instellen; Appradiomode Sound Instellen; De Achteruitkijkcamera Instellen - Pioneer AVH-X7800BT Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Systeeminstellingen

De pieptoon instellen

De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35
2 Tip [Pieptoon] aan om over te schakelen tussen
"Aan" en "Uit".
De automatische audiomixfunc-
tie instellen
U kunt selecteren of de automatische audiomixfunctie wel of
niet geactiveerd wordt. Als de automatisch audiomixfunctie
geactiveerd is, schakelt dit product automatisch om tussen
mixen en niet mixen van de AV-geluidsbron en de geluidsuitgang
van uw iPhone of smartphone, afhankelijk van de kenmerken
voor mixen, zoals het gemixte geluid of sologeluid van de voor-
grondapplicatie op uw iPhone of smartphone.
De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35
2 Tip [Auto mix] aan om over te schakelen tussen
"Aan" en "Uit".

AppRadioMode Sound instellen

U kunt instellen waar het geluid voor AppRadioMode wordt
uitgevoerd als het met een Android-apparaat wordt gebruikt.
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35
2 Tip [Instellingen in-/uitgang] aan.
3 Tip [AppRadioMode Sound] aan.
4 Raak de volgende instellingen aan.
AVH (standaard):
Het geluid wordt uitgevoerd via de luidsprekers van dit
toestel.
Smartphone:
Het geluid wordt uitgevoerd via de luidsprekers van het
Android-toestel.
p Met een iPhone wordt het geluid altijd via de luidsprekers
van dit toestel uitgevoerd.
36
De achteruitkijkcamera
instellen
Er is een afzonderlijk verkrijgbare achteruitkijkcamera (bijv.
ND-BC8) vereist voor het gebruik van de achteruitkijkcame-
rafunctie. (Raadpleeg uw dealer voor details.)
Achteruitkijkcamera
Het product heeft een functie waarmee het beeld van de ach-
teruitkijkcamera automatisch over het volledige scherm wordt
weergegeven wanneer de schakelhendel in de stand ACHTERUIT
(R) wordt gezet.
In de Cameraweergave-stand kunt u controleren wat er achter
u is terwijl u rijdt.
Camera voor de functie Cameraweergave
Cameraweergave kan op elk ogenblik worden weergegeven.
Houd er rekening mee dat het camerabeeld bij deze instelling
niet herschaald wordt om op het scherm te passen, en dat een
gedeelte van wat de camera ziet niet op het scherm zichtbaar is.
Om het camerabeeld weer te geven, tipt u [Cameraweergave]
aan op het scherm "AV-bronselectiescherm".
 Raadpleeg Bron op het AV-bronselectiescherm op bladzijde
11
p Om de achteruitkijkcamera in te stellen als de camera voor
de stand Cameraweergave, stelt u "Ingang camera ach-
ter" in op "Aan".
 Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde 36
p Als u de 2e camera gebruikt, stelt u "AV ingang" in op
"Camera".
 Raadpleeg Startprocedure (voor camera) op bladzijde 34
p Als het camerabeeld voor zowel de achteruitkijkcamera als
een 2e camera beschikbaar is, verschijnt de toets om over
te schakelen tussen beide. Tip deze toets aan om het beeld
over te schakelen tussen de achteruitkijkcamera en de 2e
camera.
BELANGRIJK
Pioneer raadt het gebruik aan van een camera die spiegelbeel-
den kan produceren, omdat anders de kans bestaat dat het
beeld omgekeerd op het scherm wordt weergegeven.
p Controleer meteen of het beeld van de achteruitkijkcamera
wordt weergegeven wanneer de schakelhendel vanuit een
andere stand in ACHTERUIT (R) wordt gezet.
p Wanneer tijdens normaal rijden het scherm overschakelt
naar weergave van het beeld van de achteruitkijkcamera over
het volledige scherm, kiest u de tegenovergestelde instelling
in "Polariteit Camera".
p Als u
aantipt terwijl het camerabeeld wordt weer-
gegeven, dan wordt het weergegeven beeld tijdelijk
uitgeschakeld.
De achteruitkijkcamera activeren
De standaardinstelling is "Uit".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Ingang camera achter] aan om over te
schakelen tussen "Aan" en "Uit".
De polariteit van de achteruitkijkca-
mera instellen
p Deze functie is beschikbaar wanneer "Ingang camera
achter" op "Aan" staat.
 Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde 36
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Raak [Polariteit Camera] aan.
Batterij (standaard):
De polariteit van de aangesloten draad is positief.
Aarding:
De polariteit van de aangesloten draad is negatief.

De veilige modus instellen

U kunt de veilige modus instellen waarmee wordt geregeld dat
sommige functies alleen werken wanneer u uw voertuig op een
veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35
2 Tip [Veilige Modus] aan om over te schakelen
tussen "Aan" en "Uit".

De demonstratiestand instellen

De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
 Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave