Bougie
Bougie controleren
u
Controleer de bougieafstand met een
5.
voelermaat van het draadtype.
Als aanpassing nodig is, buig de
u
zijelektrode dan voorzichtig.
De afstand moet als volgt zijn:
0,8 - 0,9 mm
Bougieafstand
Controleer of de bougiesluitring in goede
6.
staat verkeert.
Breng de bougies aan. Draai de bougies
7.
met de onderlegringen er met de hand in
om scheef indraaien te voorkomen.
66
8.
Zijelektrode
9.
Draai de bougie aan:
Als de oude bougie in orde is:
●
1/5 slag na contact
Draai een nieuwe bougie bij het
●
installeren tweemaal vast om losraken
te voorkomen:
a) Zet eerst de bougie vast:
NGK: 1/4 slag na contact.
b) Draai dan de bougie los.
c) Draai daarna de bougie weer vast:
1/5 slag na contact.
LET OP
De motor kan worden beschadigd door een
bougie die onvoldoende is vastgedraaid. De
zuigers kunnen worden beschadigd door
loszittende bougies. Als een bougie te strak is
aangedraaid, kunnen de schroefdraden
worden beschadigd.
Monteer de onderdelen in de omgekeer-
de volgorde van de demontage.
Let er bij het terugplaatsen van de
u
bougiedoppen op dat er geen kabels
of draden worden afgeklemd.