Nederlands
(vertaling)
bels in de fasevolgorde L1, L2, L3 op U, V en W worden
aangesloten, krijgt u een rechtsom lopende motor (gezien
op het asuiteinde DE aan aandrijvingskant). Wanneer u
twee aansluitingen omwisselt, krijgt u een linksom lopende
motor (bijv. L1, L2, L3 op V, U, W). Bij machines met maar
Aandraaimomenten voor schroeven op de aansluitkast,
lagerplaatjes en lagerdeksel Bouwserie W.., K.. 56 tot 132T
Type
W.2.,
W.1.,
KPE.,
KP.,
K21.
K20.
63...
56...
71...
63...
80...
71...
90...
80...
100 L
90...
100
100...
LX,112...
132 S...T
-
Aandraaimomenten voor schroeven op de
aansluitkast, lagerplaatjes en lagerdeksel Bouwserie W.., K.. 112 tot 355
Schroefdraad Ø
Lagerplaatje
Lagerdeksel
Aansluitkast
Voordat de klemmenkast wordt gesloten moet eerst
worden gecontroleerd of
– de aansluiting overeenkomstig het aansluitschema is
uitgevoerd
– alle klemmenkastaansluitingen stevig zijn vastgedraaid
– alle minimumwaarden van de spanningsvoerende
delen dienen zijn aangehouden (groter dan 8 mm tot
500 V, groter dan 10 mm tot 750 V, groter dan 14 mm
tot 1000 V)
– de binnenkant van de klemmenkast schoon is en hierin
geen voorwerpen liggen
– ongebruikte kabelinvoeren gesloten en de afsluitbouten
met de afdichting stevig vastgedraaid zijn
– de afdichting in het deksel van de klemmenkast schoon
en stevig vastgeplakt is en alle pakkingsvlakken correct
geaard zijn overeenkomstig de beschermingswijze.
Voor het inschakelen van de motor eerst controleren
of alle veiligheidsvoorschriften zijn aangehouden, de
03.2019
Versie
Lagerplaatje
DS
M 4
2,0 Nm
M 5
alle
4,0 Nm
M 6
7,0 Nm
M 8
B3
10,0 Nm
M 8
B5, B14
15,0 Nm
B3, B14
M 8
FT130
10,0 Nm
M 8
B5, B14
15,0 Nm
M5
M6
-
-
5
8
-
4
één draairichting wordt de voorgeschreven draairichting
aangegeven met een richtingspijl op de machine.
De toegelaten aanhaalmomenten van de aansluitkastbou-
ten vindt u in de volgende tabel:
Vast lagerdeksel
NS
DS
Schroeven/schroefaandraaimoment M
M 4
M 4
2,0 Nm
1,5 Nm
(bij W..,
M 5
K..
4,0 Nm
100 L
M 5
M 6
2,0 Nm)
7,0 Nm
M 8
M 5
10,0 Nm
2,0 Nm
M8
M10
25
45
15
20
7,5
12,5
machine reglementair gemonteerd en uitgelijnd is, alle
bevestigingsdelen en aardaansluitingen stevig vastge-
draaid zijn, de hulpen aanvullende voorziening correct
en reglementair aangesloten zijn en de pasveer van een
eventueel aanwezig tweede aseinde tegen wegslingeren
is beveiligd. De motor moet, indien mogelijk, onbelast
worden ingeschakeld. Draait hij rustig en zonder abnor-
male geluiden, dan wordt de motor met de arbeidsma-
chine belast. Bij de inbedrijfstelling is het raadzaam om
de opgenomen stroom in de gaten te houden, wanneer
de motor met de arbeidsmachine belast is, zodat eventu-
ele overbelasting en asymmetrie aan de netzijde onmid-
dellijk worden herkend. De aanloopinrichting moet bij het
inschakelen altijd in de startpositie staan. Bij sleepring-
ankermotoren moet op het probleemloos draaien van
de borstels worden gelet. Er mogen geen vonken vanaf
springen.Bij aanbouwelementen als verdelers, remmen
enz. gelden de betreffende bedieningsen onderhouds-
handleidingen van de fabrikant.
6
Aansluitkast
of
NS
adapter
A
M 4
1,5 Nm
M 4
2,5 Nm
M 5
2,0 Nm
M12
M16
75
170
20
-
-
20
Deksel
M 5
1,0 Nm
M 4
2,0 Nm
M20
275
-
-
68238 01