Het is verboden om panelen met een grote omvang te vervoeren omdat hierdoor de weerstand ten opzichte van de wind
vergroot wordt waardoor er een sterk kantelgevaar ontstaat.
Tijdens het rijden met een omhoog staand platform is het niet toegestaan om horizontale belastingen op het platform uit
te oefenen (de medewerkers die zich op het platform bevinden mogen niet aan touwen of kabels enz. trekken).
Een lastbegrenzer onderbreekt de werking van de machine als de last op het platform het nominale draagvermogen met
circa 20% overschrijdt (zie het hoofdstuk "Algemene gebruiksvoorschriften") en als het platform omhoog staat.
De machine mag niet rechtstreeks op plaatsen gebruikt worden die bestemd zijn voor het wegverkeer; als er op plaatsen
wordt gewerkt die opengesteld zijn voor het publiek moet het werkgebied van de machine altijd naar behoren afgebakend
worden met de nodige signaleringsmiddelen.
De machine mag niet gebruikt worden om wagens of andere voertuigen te slepen.
Elk ander gebruik van de machine dan waarvoor de machine bestemd is moet schriftelijk goedgekeurd worden door diens
fabrikant op uitdrukkelijk verzoek van de gebruiker.
De machine mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden dan waarvoor , de machine
gemaakt is tenzij men bij de fabrikant toestemming daarvoor gevraagd heeft en schriftelijk
toestemming van de fabrikant gekregen heeft om dit te doen.
Bi het ontwerpen van de hoogwerkers is geen rekening gehouden met de risico's die voortvloeien uit "uitstappen op
hoogte" aangezien de enige toegangspositie die in aanmerking genomen is de positie is waarin de hoogwerker volledig
omlaag gezet is. Daarom is deze actie formeel verboden.
Er zijn echter bijzondere omstandigheden waarin de medewerker het werkplatform buiten de toegangspositie moet
betreden of verlaten. Deze actie wordt over het algemeen aangemerkt met "uitstappen op hoogte".
De risico's die met "uitstappen op hoogte" zijn verbonden hangen niet uitsluitend af van de kenmerken van de hoogwerker;
op basis van een speciale risicoanalyse, die door de werkgever wordt gemaakt, kan er toestemming gegeven worden voor
dit specifieke gebruik, waarbij er rekening gehouden moet worden met onder andere:
De kenmerken van de werkomgeving.
▪
▪
Absoluut verbod om het werkplatform als verankeringspunt te gebruiken voor personen die erbuiten werken.
Gebruik van de machine op xx% van de prestaties om te voorkomen dat door extra krachten die ontstaan door
▪
de specifieke handeling of het doorbuigen van de constructie het toegangspunt ten opzichte van het uitstappunt
verwijderd wordt. Met het oog daarop dienen van tevoren enkele tests gedaan te worden om deze beperkingen
vast te stellen;
▪
Er dient gezorgd te worden voor een speciale evacuatieprocedure in geval van nood (bijvoorbeeld een
medewerker altijd op het werkplatform en een andere medewerker bij de bedieningspost op de grond terwijl een
derde medewerker het omhoog staande werkplatform verlaat);
Er dient gezorgd te worden voor een speciale opleiding van het betrokken personeel zowel als bediener als
▪
personeel dat vervoerd wordt;
▪
Het uitstappunt dient voorzien te worden van alle nodige middelen om valgevaar van het personeel dat het
werkplatform verlaat of betreedt te voorkomen.
Het bovenstaande vormt geen formele toestemming van de fabrikant voor "uitstappen op hoogte" maar is bedoeld om de
werkgever - die de volledige verantwoordelijkheid hiervoor op zich neemt - nuttige informatie aan te reiken om deze
uitzonderlijke actie te plannen.
Beschrijving van de machine
De machine die in deze gebruiks- en onderhoudshandleiding beschreven wordt is een zelfrijdende hoogwerker die uit het
volgende bestaat:
Motorisch aangedreven onderwagen voorzien van wielen.
▪
Een hydraulisch draaibare bovenbouw.
▪
Een scharnierende arm die in werking gesteld wordt door hydraulische cilinders (het aantal scharnierende delen
▪
en cilinders is afhankelijk van het model machine).
Een platform waarop de - medewerkers plaats kunnen nemen (het max. draagvermogen is bij elk model
▪
verschillend – zie het hoofdstuk "Technische gegevens").
De onderbouw (wagen) is voorzien van motorisering om de machine te kunnen verplaatsen ook als het platform omhoog
staat (zie "Wijze van gebruik"). De machines kunnen geleverd worden met de volgende rij- en stuurkenmerken:
▪
Vier aangedreven wielen waarvan er twee sturend en twee vast zijn.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – Serie A18 JRTD PLUS A18 JRTH PLUS A18
JRTE PLUS
Blz. 9