10.1
Onderhoud
Interval
Onderhoudswerkzaamheid
regelmatig
Controleer of de juiste debietwaarde wordt weergegeven.
Wanneer dat niet het geval is, kalibreert u het debiet opnieuw; zie hoofdstuk
"Kalibratie".
Wanneer slagterugkoppeling wordt gebruikt: Stel bij lopende doseerpomp de
slaglengte in op net boven de geprogrammeerde bovengrens; de debietindicator
op de pomp mag niet meer knipperen.
Stel bij lopende doseerpomp de slaglengte in op net onder de geprogram‐
meerde ondergrens; de debietindicator op de pomp mag niet meer knipperen.
Wanneer dat niet het geval is, moet u de DulcoFlow
gureren; zie
Wanneer slagterugkoppeling wordt gebruikt: Controleer of de slagterugkoppe‐
lings-LED (rechts op het apparaat) in takt met de slag brandt.
Wanneer dat niet het geval is, moet u de oorzaak opsporen en wegnemen.
Controleer of er doseermedium ontsnapt.
Veeg indien nodig het apparaat voorzichtig af met een zachte doek met
zeepsop.
10.2
Reparatie
Alleen ProMinent en door ProMinent gemach‐
tigde Serviceafdelingen mogen de DulcoFlow
debietmeter repareren.
10.3
Verwijdering
VOORZICHTIG!
Gevaar voor het milieu door elektronisch
afval
In het apparaat bevinden zich elektroni‐
sche componenten die een giftig effect op
het milieu kunnen hebben.
–
Scheid de elektronische onderdelen
van de overige onderdelen.
–
Houd u aan de geldende plaatselijke
voorschriften!
Onderhoud, reparatie en verwijdering
Ä Hoofdstuk 8.4.3.1 „Kalibratie "Slagterugkoppeling"" op pagina 33
®
®
eventueel opnieuw confi‐
51