Mogelijke oorzaken
Beschadigde connectoren/kabels
Snelheid van het schip is te hoog
(Zee)bodem te ondiep of te diep
Slecht/problematisch beeld
Mogelijke oorzaken
Stilliggend schip
Cursormodus is actief
De gevoeligheidsinstellingen
kunnen ongeschikt zijn voor de
omstandigheden.
Beschadigde connectoren/kabels
Plaats van de transducer
Transducer opgeklapt
Transducer beschadigd of defect
Turbulentie rond de transducer
bij hogere snelheden kan de
prestaties van de transducer
beïnvloeden
Interferentie van een andere
transducer
Probleemoplossing
Mogelijke oplossingen
1.
Controleer of de connectorpinnen van de transducer
aan de achterkant van het display niet verbogen of
afgebroken zijn.
2. Controleer of de connector van de transducerkabel
correct is geplaatst, volledig in de displayconnector zit en
is vergrendeld.
3. Controleer de transducerkabels en connectoren op
beschadigingen of corrosie en vervang deze indien nodig.
Verlaag de snelheid van het schip en controleer opnieuw.
De diepte van de (zee)bodem kan zich buiten het dieptebereik
van de transducer bevinden, verplaats het schip naar ondieper
of dieper water, welke van toepassing is, en controleer
opnieuw.
De minimale en maximale dieptes van de transducer zijn terug
te vinden in de technische specificaties van uw transducer.
Mogelijke oplossingen
Visbogen worden niet weergegeven wanneer het schip
stilligt, vis verschijnt dan in rechte lijnen op het display.
Het scrollende beeld is gepauzeerd in cursormodus, druk op
de Terug-knop om scrollen te hervatten.
Controleer de gevoeligheidsinstellingen en pas ze aan, of
reset de sonar.
1.
Controleer of de connectorpinnen van de transducer
aan de achterkant van het display niet verbogen of
afgebroken zijn.
2. Controleer of de connector van de transducerkabel
correct is geplaatst, volledig in de displayconnector zit en
is vergrendeld.
3. Controleer de transducerkabels en connectoren op
beschadigingen of corrosie en vervang deze indien nodig.
• Controleer of de transducer is geïnstalleerd overeenkomstig
de instructies die met de transducer zijn meegeleverd.
• Als de spiegelmontagetransducer te hoog op de spiegel is
gemonteerd, kan het zijn dat hij boven het water uitkomt.
Controleer of de transducer volledig onder water blijft bij
planeren en bochten varen.
Als de transducer een kantelmechanisme heeft, controleer
dan of hij niet is opgeklapt doordat hij een object heeft
geraakt.
Controleer de staat van de transducer en zorg ervoor dat hij
niet is beschadigd en vrij van vuil/aangroei, reinig of vervang
hem indien nodig.
Verlaag de snelheid van het schip en controleer opnieuw.
1.
Schakel de transducer die interferentie veroorzaakt uit.
2. Plaats de transducers op een andere plek, verder uit
elkaar.
55