Inhoudsopgave
Advertenties
Knoopsgaten
62
> Haak het draad over het haakje achter de naaivoet en leg het dan onder de naaivoet.
> Haak de beide draadeinden aan de voorkant van de naaivoet vast, leid door de gleuven en knoop ze daar
tijdelijk vast.
> Stel de steeklengte en de steekbreedte in.
> Zet de naaivoet omlaag.
> Duw de knoopsgathendel helemaal omlaag en zachtjes naar achteren totdat deze vastklikt.
> Druk op het pedaal om met naaien te beginnen.
– De draad wordt door de knoopsgatrij bedekt.
> Trek aan de vuldraad tot de lus in de trens verdwijnt.
> Trek de uiteinden van de vuldraad met een handnaainaald naar achteren en hecht de uiteinden af of
knoop ze vast.
6.5 Proeflapje maken
Maak altijd een proefknoopsgat op een stukje van de originele stof: Het is raadzaam om hetzelfde
verstevigingsmateriaal en hetzelfde soort knoopsgat als in het uiteindelijke project te nemen. Naai ook het
proeflapje in dezelfde richting als het project. Als u eerst een proeflapje maakt, kunt u de instellingen
aanpassen, totdat u tevreden bent over het resultaat.
> Naai het proefknoopsgat.
> Controleer of de instellingen kloppen. Pas eventueel de lengte van het knoopsgat, de steeklengte en de
steekbreedte aan.
6.6 Knoopsgat automatisch naaien
> Bevestig de knoopsgatsledevoet.
> Verwijder het plaatje van de knoophouder en leg de knoop erin.
> Schuif het plaatje van de knoophouder terug tot aan de knoop.
– Dit bepaalt de lengte van het knoopsgat.
> Leid de draad door het gat in de naaivoet en leg deze vervolgens onder de naaivoet.
> Draai de knop voor steekselectie naar het 1-fasen-knoopsgat.
2020-09 NL 5020205.00A.05
Advertenties
Inhoudsopgave
