Nuttige steken
42
4.2 Rechte steek
Pas de steeklengte aan het naaiproject aan, bijvoorbeeld voor spijkerstof lange steken (ca. 3 – 4 mm),
voor fijne stoffen korte steken (ca. 2 – 2,5 mm). Pas de steeklengte aan de garendikte aan, bijvoorbeeld
voor het doorstikken met cordonnet lange steken (ca. 3 – 4 mm).
> Bevestig de zigzagvoet.
> Zet de knop voor steekselectie op positie «A».
> Stel de gewenste steeklengte in.
> Stel de steekbreedte op «0» in.
> Stel de naaldstand in.
4.3 Rits inzetten
Het is mogelijk, dat de stof bij naadbegin niet goed wordt getransporteerd. Het is daarom raadzaam de
draden bij naadbegin goed vast te houden of het naaiproject gedurende enkele steken lichtjes naar
achteren te trekken of eerst 1 – 2 cm achteruit te naaien.
> Werk de naadtoeslagen afzonderlijk af.
> Bevestig de zigzagvoet.
> Zet de knop voor steekselectie op positie «A».
> Stel de gewenste steeklengte in.
> Stel de steekbreedte op «0» in.
> Stel de naaldstand op «Midden» in.
> Sluit de naad tot aan het begin van de ritssluiting en hecht af.
> Stel de steeklengte op 4 in.
> Rijg de opening voor de rits met lange steken.
> Strijk de naad open.
> Verwijder de rijgsteken.
> Rijg de rits zodanig onder de stof, dat de stofranden over het midden van de rits tegen elkaar liggen.
5 mm
> Bevestig de ritsvoet.
2020-09 NL 5020205.00A.05