LET OP
2020-09 NL 5020205.00A.05
> Leid de draad van de liggende garenkloshouder (rood) in de richting van de pijl aan de linkerkant van de
draadspanningsschijf (1).
1
> Leid de draad tot aan de draadgeleider boven de naald.
> Rijg de draad met de hand in de linkernaald.
> Leid de draad van de externe garenkloshouder (oranje) in de richting van de pijl aan de linkerkant van de
draadspanningsschijf (1).
> Leid de draad tot aan de draadgeleider boven de naald.
> Rijg de draad met de hand in de middelste naald.
> Leid de draad van de staande garenkloshouder (blauw) in de richting van de pijl aan de rechterkant van
de draadspanningsschijf (1).
> Leid de draad tot aan de draadgeleider boven de naald.
> Rijg de draad met de hand in de rechternaald.
Naaldbreuk door verkeerde naaivoet, steek of naaldstand
In combinatie met een ongeschikte naaivoet, steek en naaldpositie kan de naald op de naaivoet of de
steekplaat terechtkomen en breken.
> Bevestig de zigzagvoet.
> Selecteer de rechte steek.
> Stel de middelste naaldstand in.
Onderdraad opspoelen
3
1
Garengeleidingsschijf
2
Draadgeleider
1
2
3
Spoelvoorspanning
4
Spoelstift
Voorbereidingen
4
29