Voorbereidingen
LET OP
28
Tweelingnaald inrijgen
Voorwaarde:
•
Zigzagvoet is bevestigd.
•
Tweelingnaald is bevestigd.
•
Tweede garenkloshouder, vilten plaatje en tweede garenklos zijn bevestigd.
> Leid de draad van de liggende garenkloshouder (rood) in de richting van de pijl aan de linkerkant van de
draadspanningsschijf (1).
1
> Leid de draad tot aan de draadgeleider boven de naald.
> Rijg de draad met de hand in de linkernaald.
> Leid de draad van de staande garenkloshouder (blauw) in de richting van de pijl aan de rechterkant van
de draadspanningsschijf (1).
> Leid de draad tot aan de draadgeleider boven de naald.
> Rijg de draad met de hand in de rechternaald.
Naaldbreuk door verkeerde naaivoet, steek of naaldstand
In combinatie met een ongeschikte naaivoet, steek en naaldpositie kan de naald op de naaivoet of de
steekplaat terechtkomen en breken.
> Bevestig de zigzagvoet.
> Selecteer de rechte steek.
> Stel de middelste naaldstand in.
Drielingnaald inrijgen
Als u met de drielingnaald wilt werken, heeft u voor de derde garenklos een externe garenkloshouder nodig.
Voorwaarde:
•
Zigzagvoet is bevestigd.
•
Drielingnaald is bevestigd.
> Zet een garenklos met vilten plaatje en bijpassende garengeleidingsschijf op de liggende
garenkloshouder.
> Zet een tweede garenklos met vilten plaatje op de staande garenkloshouder.
> Zet een derde garenklos met vilten plaatje op de externe garenkloshouder.
2020-09 NL 5020205.00A.05