Spoelen
Spoelen van een HDLV-systeem
Druk op de besturing op de knop Kleurwisseling en
druk vervolgens op Entero.
De spoelcyclus verloopt als volgt:
1. Zacht spoelen - Stuwlucht wordt via de pomp en
de aanzuigslang teruggeleid naar de
poedertoevoer (Soft Siphon), vervolgens via de
pomp en de toevoerslangen naar het spuitpistool
(Soft Gun). Zo wordt poeder verwijderd uit de
pomp, de slangen en het pistool.
2. Gepulseerd spoelen - Luchtpulsen worden vanaf
de pomp naar de poedertoevoer geleid (Siphon
Pulses), en vervolgens vanaf de pomp naar het
spuitpistool (Gun Pulses). Pulse On (Puls aan)
stelt de tijdsduur in van elke luchtpuls, Pulse Off
(Puls uit) de intervaltijd tussen luchtpulsen.
OPMERKING: Controleer of de pistolen in de cabine
zijn gericht voordat u gaat spoelen.
Zie de functies F26 tot en met F31 voor instellingen.
Spoelen van een COD-systeem
(Color-on-Demand)
Druk op de besturing op de knop Kleurwisseling en
druk vervolgens op Entero.
De COD-spoelcyclus verloopt als volgt:
1. Verdeelblok spoelen - De dumpafvoerklep
opent. De pomp versnelt tot 100% Flow om zo het
nog achtergebleven poeder uit de verdeelblokken
te spoelen.
2. Zacht spoelen - Stuwlucht wordt via de pomp en
de aanzuigslang teruggeleid naar de
poedertoevoer (Soft Siphon), vervolgens via de
pomp en de toevoerslangen naar het spuitpistool
(Soft Gun). Zo wordt poeder verwijderd uit de
pomp, de poederslangen en het pistool.
3. Gepulseerd spoelen - Luchtpulsen worden vanaf
de pomp naar de poedertoevoer geleid (Siphon
Pulses), en vervolgens vanaf de pomp naar het
spuitpistool (Gun Pulses). Pulse On (Puls aan)
stelt de tijdsduur in van elke luchtpuls, Pulse Off
(Puls uit) de intervaltijd tussen luchtpulsen.
4. Powder Pre‐Load (poeder voorvullen) - Poeder
in de nieuwe kleur wordt naar het spuitpistool
gepompt, volgens de ingestelde duur en op 100%
Flow, om het systeem voor te vullen voor
productie.
De kleurwisselcyclus wordt gestart door de operator
of via een extern signaal naar de Color‐On‐Demand
besturing. De operator start de kleurwisseling door
een nieuwe kleur te selecteren en dan de knop Start
aan te raken op het aanraakscherm, of door een
voetpedaal in te trappen en vervolgens de nieuwe
kleur te selecteren voordat de poedervoorvulcyclus
begint.
Het poedertype, de vochtigheidsgraad, de
slanglengte en andere variabelen kunnen van invloed
zijn op de effectiviteit van deze instellingen. Mogelijk
moet u deze instellingen wijzigen om vervuiling met
andere kleuren te voorkomen en goede
spuitresultaten te behouden.
Zie de functies F26 tot en met F33 voor instellingen.
6