STD-modus -
kV-instelwaarde
Afbeelding 7 Weergaven in STD-modus
Klassieke AFC-modus
Gebruik de AFC-modus om de limieten voor het
uitgaande μA signaal in te stellen. In de AFC-modus
kunt u kV niet instellen, deze waarde is automatisch
ingesteld op 100 kV.
1. Om μA in te stellen, drukt u op de knop mA. De
LED in de knop brandt om aan te geven dat μA is
geselecteerd.
Presets
Presets zijn geprogrammeerde instellingen voor
elektrostatica en poedertransport waarmee de
gebruiker snel wijzigingen in de spuitinstellingen kan
doorvoeren, gewoon door het presetnummer te
wisselen.
De besturing kan 20 presets opslaan. Presets 1, 2 en
3 zijn af-fabriek geprogrammeerd voor de meest
gebruikelijke toepassingen, deze kunnen zo nodig
worden aangepast. De presets 4-17 kunnen naar
wens worden geprogrammeerd.
Een preset selecteren of wijzigen
1. Druk op de knop Preset. De LED van de knop
gaat aan.
2. Verdraai de draaiknop. Het nummer van de
preset neemt toe van 1 naar 20 en gaat dan weer
terug naar 1.
3. Selecteer de gewenste preset en start de
productie. Alle instelwaarden voor elektrostatica
en poederflow in de preset worden toegepast.
4. Om de instelwaarden van een preset te wijzigen,
selecteert u eerst de gewenste preset met gebruik
van de draaiknop. Nadat de preset is
geselecteerd, wijzigt u de instelwaarden voor
elektrostatica en poederflow.
5. Het presetnummer gaat knipperen, om aan te
geven dat er een wijziging is gemaakt. Druk op de
knop Enter om de nieuwe instellingen op te slaan.
Het presetnummer stopt met knipperen, om aan te
geven dat de waarden zijn opgeslagen.
6. Als u de productie wilt starten zonder de nieuwe
instellingen op te slaan, drukt u niet op de knop
Enter. De nieuwe instelwaarden worden
gehanteerd voor de huidige job, maar de preset
behoudt de oorspronkelijke waarden voor
toekomstig gebruik.
STD-modus -
getriggerd pistool
4
De instelwaarden voor de geselecteerde preset
worden weergegeven zolang het pistool niet wordt
getriggerd.
Afbeelding 8 Presetselectie
Instellingen voor elektrostatica
De elektrostatische uitgang kan in de Select
Charge-modus, de Klantmodus of de Klassiekmodus
staan.
r
Select Charge
modus
Select Charge-modi zijn onveranderbare
elektrostatische instellingen. De LED's boven de
knoppen voor de Select Charge-modus geven de
geselecteerde modus aan.
De Select Charge-modi hebben de volgende
fabrieksinstellingen:
Modus 1
Opnieuw coaten
Modus 2
Metallics
Modus 3
Diepe holten
Modus 1 Modus 2 Modus 3
Afbeelding 9 Select Charge-modus
OPMERKING: Wanneer de gebruiker probeert om de
waarden voor kV of μA te wijzigen terwijl er een Select
Charge-modus is geselecteerd, zal de besturing
wisselen naar de Klant- of Klassiekmodus.
Klantmodus
Klantmodus is de op de fabriek ingestelde
standaardmodus. In de Klantmodus kunnen de
instellingen voor zowel kV als μA onafhankelijk
worden aangepast. In de Klantmodus zijn de
pictogrammen STD en AFC niet zichtbaar.
1. Om kV in te stellen of te wijzigen, drukt u op de
knop kV. De LED in de knop brandt om aan te
geven dat kV is geselecteerd.
2. Draai aan de draaiknop om de kV-instelwaarde te
verhogen of te verlagen. De instelwaarde wordt
automatisch opgeslagen als deze binnen 3
seconden niet wijzigt, of als er een knop wordt
ingedrukt.
3. Om de μA instelwaarde in te stellen of te wijzigen,
drukt u op de knop mA. De LED in de knop brandt
om aan te geven dat μA is geselecteerd.
Presetknop
100 kV, 15 μA
50 kV, 50 μA
100 kV, 60 μA