4
Stel in de modus Performance/Song/Pattern het
uitgangssignaal van het audiosignaal in voor
elke partij.
Als in stap 1 de uitgangsinstelling voor het audiosignaal (de
parameter 'Mode') is ingesteld op '2StereoRec', kunt u het
audio-uitgangskanaal voor elke partij wijzigen. In de modus
Performance kunt u deze parameter instellen in de display
[F4] USB I/O van Common Edit. In de modus Song/Pattern
kunt u deze parameter instellen in de display [F4] USB I/O
van Mixing Common Edit.
OPMERKING
In de modus Voice staat het audio-uitgangskanaal
vast op USB 3/4.
De DAW-software op de computer instellen
1
Stel MIDI Thru in de DAW-software in op 'on'.
Als u MIDI Thru instelt op 'on', worden de MIDI-data die
worden gegenereerd door het keyboardspel naar de
computer te zenden, teruggeleid naar de MOXF6/MOXF8.
Zoals in het volgende voorbeeld wordt geïllustreerd, worden
de MIDI-data die door de MOXF6/MOXF8 worden verzonden
en vervolgens op de computer worden opgenomen via MIDI-
kanaal 1, teruggeleid van de computer naar de MOXF6/
MOXF8 via MIDI-kanaal 3, volgens de instelling van de
opnametrack. Hierdoor geeft de toongenerator van de
MOXF6/MOXF8 de MIDI-data die worden gegenereerd door
het keyboard te bespelen, weer als MIDI-data van kanaal 3.
USB TO HOST-aansluiting
Toongenerator
blok (herkennen
van MIDI-
kanaal 3-data)
Local Control = off
MOXF6/MOXF8
Computer
(Cubase enzovoort)
Song afspelen vanaf een computer met de
MOXF6/MOXF8 als toongenerator
In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe u dit instrument
als MIDI-toongenerator gebruikt. In dit geval worden de
daadwerkelijke MIDI-sequencedata verzonden vanaf DAW-
software op de computer, zodat u geen softwaresynths hoeft te
gebruiken en processorkracht op de computer kunt besparen.
De MOXF6/MOXF8 instellen
1
Druk op de knop [SONG] of [PATTERN] om de
modus Song of Pattern te activeren.
Toetsenbord
(uitvoer via
MIDI-
Kanaal 1)
IN
OUT
CH1
CH3
MIDI Thru = aan
2
Selecteer de song die of het patroon dat u
wilt bewerken.
3
Druk op de knop [MIXING] om de display Mixing
op te roepen.
4
Stel naar wens het mixen in voor partij 1 – 16.
Vanuit de display Mixing kunt u voices selecteren en
verschillende parameters instellen zoals pan, volume,
balans tussen chorus/reverb en het droge geluid, het in-
en uitschakelen van het insertion-effect en arpeggio.
De DAW-software op de computer configureren
1
Stel de MIDI-uitgangspoort van de tracks voor het
bespelen van de MOXF6/MOXF8 in op Port 1 van
de 'MOXF6/MOXF8'
2
Voer de MIDI-data voor elke track van de DAW-
software in op de computer.
De toongeneratorinstellingen van de partij die overeenkomt
met de MIDI-track, worden ingesteld in de modus Mixing op
de MOXF6/MOXF8.
OPMERKING
Als u Cubase als DAW gebruikt, kunt u een eigen
mixconfiguratie voor de MOXF6/MOXF8 instellen
vanaf de MOXF6/MOXF8 Editor op de computer.
De mixconfiguratie die u hebt gemaakt, kan
worden opgeslagen als Cubase Project-bestand
dat u later opnieuw kunt gebruiken.
Software op afstand bedienen
vanaf de MOXF6/MOXF8
(modus Remote)
De MOXF6/MOXF8 beschikt over een zeer handige modus
Remote waarmee u de DAW-software en de
softwaresynthesizer op uw computer kunt besturen via de
paneelbewerkingen van de MOXF6/MOXF8. U kunt
bijvoorbeeld het afspelen van de DAW-software op de
computer starten en stoppen met de functieknoppen en de
songpositie besturen in de DAW-software me de draaiknop
[DATA] en de knoppen [INC] en [DEC], zodat u niet de muis
of het toetsenbord van de computer hoeft te gebruiken.
De softwaresynthesizer op afstand bedienen
U kunt maximaal 50 besturingssjablonen voor VST-
instrumenten opslaan in het interne geheugen van dit
instrument. Daarmee kunt u de MOXF6/MOXF8 gebruiken
voorhet bedienen van verschillende softwaresynthesizers.
Gebruik de MOXF6/MOXF8 Remote Editor voor het
bewerken van de besturingssjabloon.
OPMERKING
Als u de MOXF6/MOXF8 Remote Editor wilt gebruiken,
moet u MOXF6/MOXF8 Remote Tools installeren.
MOXF6/MOXF8 Remote Tools bestaat uit twee
onderdelen: MOXF6/MOXF8 Remote Editor en MOXF6/
MOXF8 Extension, waarmee u de MOXF6/MOXF8
samen met Cubase-serie 5 kunt gebruiken.
Beknopte handleiding
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
55