� Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen.
� Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
� Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
� Laat onderdelen eerst afkoelen voordat u aan on-
derhoud begint.
� Draag beschermende handschoenen en kleding
als u aan een hete machine werkt.
� Raak geen hete machineonderdelen of zojuist gelaste onderdelen
met de blote handen aan.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
� Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels
en slijpen kunnen vonken en rodvliegende metaal-
schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen
er slakresten rondvliegen.
� Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
ROOK EN GASSEN kunnen
gevaarlijk zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
� Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
� Ventileer de werkruimte goed en/of zorg dat de las- en snijddamp
en -gassen worden afgezogen met behulp van actieve ventilatie
bij de boog. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende
ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen
waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren
op samenstelling en hoeveelheid.
� Als er slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd
gasmasker.
� Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmid-
delen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen
en zorg dat u alles goed begrijpt.
� Werk alleen in een gesloten ruimte als deze goed geventileerd
wordt of als u een gasmasker draagt. Zorg ervoor dat er altijd een
ervaren persoon toekijkt. Lasrook en gassen kunnen lucht verdrin-
gen en het zuurstofgehalte verlagen, hetgeen schadelijke invloed
heeft op uw lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
� Las niet in ruimtes waarin dingen worden ontvet, schoongemaakt
of waarin wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen
reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irri-
terende gassen vormen.
� Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De bekledingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn.
� Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u geen
gas gebruikt.
� Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik
goedgekeurde beademingsapparatuur.
OM-2254 Pagina 2
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden.
Boogstralen van het lasproces produceren zicht-
bare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood)
stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden.
Tijdens het lassen vliegen vonken in het rond.
� Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
� Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm.
� Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen; waarschuw ande-
ren niet in de boog te kijken.
� Draag lichaamsbescherming van leer of vlamwerende kleding
(FRC). Lichaamsbescherming omvat olie-vrije kledingstukken
zoals leren handschoenen, leren schort, broek zonder omslagen,
hoge schoenen en een helm.
LASSEN kan brand of explosies
veroorzaken.
Als er gelast wordt in gesloten ruimtes zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen wor-
den. Er kunnen vonken van de lasboog vliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het werkstuk en het
gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig
contact van een elektrode met metalen voor- werpen kan vonken, ex-
plosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de
omgeving veilig is voordat u begint met lassen.
� Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
� Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
� Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10,7 m van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
� Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het lassen
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende
ruimtes kunnen vliegen.
� Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt.
� Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegen-
overgestelde kant.
� Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes -zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende
voorbereid
Veiligheidsvoorschriften).
� Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
� Verbind de werkkabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom zo direct mo-
gelijk verplaatst kan worden en elektrische schokken en brandrisi-
co's vermeden kunnen worden.
� Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
� Haal de elektrode uit de elektrodehouder of snij de lasdraad los bij
het uiteinde als ze niet gebruikt worden.
� Draag lichaamsbescherming van leer of vlamwerende kleding
(FRC). Lichaamsbescherming omvat olie-vrije kledingstukken
zoals leren handschoenen, leren schort, broek zonder omslagen,
hoge schoenen en een helm.
� Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers
of lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
� Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
� Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
zijn
conform
AWS
F4.1
(zie