5.
MONTAGE EN INSTALLATIE
5.1.
Paklijst
Beschrijving
Laderdoos
Gebruiksaanwijzing
5.2.
Veiligheidsinstructies
• De lader mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd. Vraag je
leverancier naar de handleiding voor de technicus.
• Gebruik de juiste contrastekkers en contactdozen. Controleer de aardingsgeleider op
elektrische continuïteit, voordat je de apparatuur gebruikt. De aardingsgeleider moet een
grootte hebben die gelijk is aan of groter is dan de grootte die door de voorschriften of deze
handleiding wordt aanbevolen.
• Controleer of de bedrijfsspanning van het apparaat gelijk is aan de plaatselijke netspanning.
• Controleer of het maximale ingangsvermogen van het apparaat beschikbaar is voor jouw
netspanning.
• Stel de eenheid niet bloot aan regen of vocht om brand- of schokgevaar te voorkomen.
• Zorg voor voldoende luchtcirculatie.
• Plaats het apparaat niet in de buurt van materialen die de ventilatieopeningen kunnen
blokkeren.
• Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren of
luchtkanalen.
• Installeer de eenheid niet op een plaats met direct zonlicht, veel stof, mechanische trillingen
of schokken.
• Zorg ervoor dat de lader op een stabiele ondergrond staat.
• Voordat je de lader installeert en gebruikt, moet je ervoor zorgen dat al het
verpakkingsmateriaal van de lader is verwijderd.
• Installeer de lader niet als je merkt dat deze door transport of anderszins beschadigd is.
• Zorg ervoor dat de lader geïnstalleerd wordt volgens de instructies in deze handleiding en
in overeenstemming met alle geldende nationale of plaatselijke normen.
• Als je meerdere systemen wilt installeren, houd er dan rekening mee dat er altijd minimaal
36 cm (± 15 inch) tussen de apparaten moet zitten.
5.3.
Elektrische installatie van de lader
• Controleer de efficiëntie van het aardingscircuit (geel/groene draad).
• Sluit de lader aan op het elektriciteitsnet met behulp van geschikte stekkers, met drukknoppen en
zekeringen.
• Gebruik een geschikte connector om de lader op de batterij aan te sluiten.
Alle andere instellingen, zoals aanpassing van de netspanning en andere, mogen alleen door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Vraag je leverancier naar de handleiding voor
technici voor meer informatie.
Hoeveelheid
1
Raadpleeg bijlage 12.3
voor de juiste referentie
of neem contact op met
1
Referentie
je leverancier
167TA1274
15/44