10.5
Foutgeheugen resetten
▶
Om de complete foutlijst te wissen, drukt u twee keer op
(Annuleren, OK).
10.6
Diagnose uitvoeren
▶
Met behulp van het functiemenu kunt u bij de foutdia-
gnose individuele componenten van het product aanstu-
ren en testen.
10.7
Testprogramma's gebruiken
Voor het verhelpen van storingen kunt u ook de testprogram-
ma's gebruiken .
10.8
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
▶
Om alle parameters tegelijk naar de fabrieksinstellingen
terug te zetten, zet u D.096 op 1.
10.9
Reparatie voorbereiden
1.
Stel het product buiten bedrijf.
2.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
3.
Demonteer de frontmantel.
4.
Sluit de gasafsluitkraan.
5.
Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoer en CV-
retour.
6.
Sluit de onderhoudskraan in de koudwaterleiding.
7.
Als u watervoerende componenten van het product wilt
vervangen, dan dient u het product leeg te maken.
8.
Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on-
derdelen (bijv. de schakelkast) druppelt.
9.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
10.10 Defecte componenten vervangen
10.10.1 Brander vervangen
1.
Demonteer de compacte thermomodule. (→ Pagina 28)
2.
Maak de vier schroeven van de brander (1) los.
3.
Haal de brander eraf.
4.
Monteer de nieuwe brander met een nieuwe afdichting.
5.
Zorg ervoor dat de uitsparingen van afdichting en bran-
der aan het kijkgat van de branderdeur uitgelijnd zijn.
6.
Monteer de compacte thermomodule. (→ Pagina 30)
0020201891_00 ecoCOMPACT Installatie- en onderhoudshandleiding
Verhelpen van storingen 10
10.10.2 Ventilator vervangen
1
2
3
4
5
6
7
1.
Haal de luchtaanzuigbuis eraf.
2.
Trek de drie stekkers (1) en (6) van het gasblok.
3.
Trek de stekker aan de sensor van de venturisproeier
(4) door op de grendelnok te drukken.
4.
Trek de stekker(s) (afhankelijk van de toestelvariant)
(8) van de ventilatormotor door op de grendelnok te
drukken.
5.
Draai de beide wartelmoeren (5) en (7) van het gasblok.
Houd bij het losdraaien van de wartelmoeren het gas-
blok vast.
6.
Los de drie schroeven (3) tussen de mengbuis (2) en
de ventilatorflens.
1
3
1
7.
Verwijder de bouwgroep, bestaande uit ventilator, ven-
turisproeier en gasblok, uit het toestel.
8.
Los de bevestigingsschroef (3) van het gasblok van de
houder.
9.
Haal het gasblok van zijn houder.
10. Verwijder de venturisproeier (2) met de gasaansluitbuis
(1) van de ventilator door de bajonetsluiting van de
venturisproeier tot aan de aanslag tegen de klok in te
draaien en daarna de venturisproeier uit de ventilator te
trekken.
8
2
33