15.7.7
Remmen
Remsysteem controleren
Vervangen remvoering
Pantera 4504 CP plus BAG0230.4 06.22
WAARSCHUWING
Reparatie- en afstelwerkzaamheden aan het
•
bedrijfsremsysteem mogen uitsluitend door geschoold
personeel worden uitgevoerd.
Ga bijzonder voorzichtig te werk bij las-, snij- en
•
boorwerkzaamheden in de nabijheid van remleidingen.
Voer na alle instel- en reparatiewerkzaamheden aan het
•
remsysteem altijd een remmentest uit.
•
Na elke reparatie aan het remsysteem waarbij de installatie
is geopend, dient u het remsysteem te ontluchten omdat er
lucht in de drukleidingen kan zijn gekomen.
De rem wordt via de hydraulische olie in de machine bediend.
•
Alle flexibele remslangen op slijtage controleren.
•
Alle remleidingen op beschadiging controleren.
•
Alle schroefverbindingen op lekkage controleren.
•
Controleer de stofkappen op beschadigingen.
•
Scharnierpunten aan remventielen, remcilinders en remstangen
moeten soepel kunnen bewegen. Eventueel smeren of licht
oliën.
•
Versleten of beschadigde onderdelen vervangen.
Het vervangen van de remvoeringen mag alleen door een
geautoriseerde vakgarage worden uitgevoerd.
Na alle werkzaamheden aan de remmen moet een remtest worden
uitgevoerd.
De remweg bij een snelheid van 40 km/h moet tussen 18 m en
•
24 m liggen.
•
De machine mag bij her remmen niet naar één kant trekken.
•
Minimale dikte van de remvoering: 3 mm.
•
Telkens alle remvoeringen van een as vervangen.
•
Bij vervangen vn de remvoering ook de remschijven controleren
op groeven en dikte.
Reiniging, onderhoud en reparatie
229