7.6.2
Onderstelinstellingen
Onderstelinstellingen oproepen.
(1) Onderstelinstelling geblokkeerd/vrijgegeven
(2) Setpoint spoorbreedte
(3) Actuele waarde spoorbreedte
(4) Spoorbreedte instellen
(5) Actuele waarde hoogte onderstel
1 – Onderstel onder
ο
5 – Onderstel boven
ο
(6) Onderstelverstelling
Instelling wordt tijdens een korte instelrit
uitgevoerd.
1.
Onderstelinstelling ontgrendelen
Verhoogde stationaire toerental wordt
→
ingesteld.
2.
Setpoint voor spoorbreedte
invoeren.
3.
Hoogte onderstel kiezen.
4. Stuurhendel naar voren drukken.
Machine rijdt met 2 km/h vooruit tot de
→
gewenste instelling is bereikt en blijft dan
automatisch staan.
5. Stuurhendel naar achteren in de neutrale
positie zetten.
Onderstelinstellingen worden automatisch
geblokkeerd.
·De onderstelhoogte kan alleen op de
eindstanden worden ingesteld.
De minimale spoorbreedte bij opgeheven
onderstel bedraagt 2,10 m.
Als het verstellen door terugtrekken van de
rijhendel wordt onderbroken, dan wordt het
onderstel bij het starten weer neergelaten.
De verstelprocedure moet opnieuw worden
gestart.
Wanneer de verstelprocedure langer duurt dan
120 seconden, wordt het onderstel ook
automatisch weer neergelaten.
Pantera 4504 CP plus BAG0230.4 06.22
Voertuigterminal AmaDrive
143