1
2
3
4
7
6
5
Afb. 49 Gebruikersinstellingen
[1]
Weergavenaam (De naam wordt automatisch aangemaakt.
De weergave kan niet veranderd worden.)
[2]
E-mail (De loginnaam werd op pagina 1 ingevoerd. De weergave
kan niet veranderd worden.)
[3]
Firma
[4]
Voornaam (bij bedrijven: voornaam van de contactpersoon)
[5]
Achternaam (bij bedrijven: achternaam van de contactpersoon)
[6]
Mobiele telefoon met internationale landnummer (bij bedrijven:
mobiel telefoonnummer van de contactpersoon)
[7]
Taal (taalkeuze)
Andere invoervelden zijn:
• Adres (straat/huisnummer, bij bedrijven: straat/huisnummer van het
bedrijfsadres)
• Postcode (postcode, bij bedrijven: postcode van het bedrijfsadres)
• Stad (bij bedrijven: stad van het bedrijfsadres)
• Land (landcode van de klant, bijv. DE = Duitsland, GB = Groot-Brit-
tannië)
• Wachtwoord (Het wachtwoord moet overeenkomstig de Bosch-re-
gels ten minste 12 tekens lang zijn en naast grote en kleine letters ten
minste één speciaal teken bevatten.)
• Wachtwoord bevestigen (De herhaling moet met het eerder ingege-
ven wachtwoord overeenkomen.)
▶ Veld Verder aantikken.
Het sjabloon voor de standaardinformatie van de regeling wordt ge-
toond.
▶ Gegevens over de installatielocatie ingeven.
▶ Veld Verder aantikken.
Velden met een * zijn verplichte velden.
Het veld Geopositie hoeft niet ingevuld te worden. Door aantikken van
het veld GPS-zoekvraag worden de gegevens over de geopositie vol-
gens de gegevens van de installatieplaats berekend.
De installatieplaats wordt door de Geopositie op de kaart getoond.
Na afsluiting van de registratie volgt de aanmelding in het portaal auto-
matisch.
▶ Tik op veld Verder, om de gebruikersgegevens op te slaan.
Na afsluiting van de registratie volgt de aanmelding in het portaal au-
tomatisch.
Control 8311 – 6720854595 (2022/07)
22.3.2 Keuze voor MEC Remote Portal
Na de registratie is een login via de volgende pagina mogelijk:
▶ Roep het login-venster op via https://www.mec-remote.com/lo-
gin.htm.
▶ Login-venster invullen.
▶ De registratie-assistent volgen en de betreffende posities invullen.
23
Informatie over het hoofdmenu werkingscontrole
OPMERKING
Installatieschade door defecte onderdelen!
Wanneer de werkingscontrole wordt uitgevoerd, zonder dat de installa-
tie is gevuld en voldoende is ontlucht, kunnen onderdelen, zoals pom-
pen, beschadigd raken.
▶ Vul en ontlucht de installatie voor het inschakelen, zodat onderdelen
0010009262-001
niet droog kunnen lopen.
OPMERKING
Schade aan de installatie door gedeactiveerde functies!
Tijdens de werkingscontrole is de warmtevoorziening van de cv-installa-
tie niet gegarandeerd. Alle functies zijn regeltechnisch gedeactiveerd.
Om schade aan de cv-installatie te vermijden:
▶ Functie Functietest na het einde van de controle verlaten.
Onderdelen, die op een basisregeling (bedieningspaneel) van een warm-
tebron zijn aangesloten, kunnen niet via dit menupunt worden gecontro-
leerd (bijvoorbeeld pompen, mengkleppen).
Het menupunt Functietest biedt de mogelijkheid, installatiecomponen-
ten (bijvoorbeeld pompen) afzonderlijk voor testdoeleinden tijdelijk te
activeren.
De bedrijfstoestand van de geactiveerde installatiecomponent
(Aan, Uit, Temperatuur ) wordt getoond.
Als de Functietest geactiveerd is, is het normale bedrijf in de volledige
installatie onderbroken. Alle instellingen blijven behouden.
Zodra de Functietest beëindigd is, werkt de installatie met de actuele in-
stellingen verder.
De weergaven hangen af van de geïnstalleerde modules. Er kunnen zich,
in functie van de actuele bedrijfstoestand, tijdvertragingen voordoen
tussen de opvraging en de weergave.
23.1
Werkingscontrole van de brander
De werkingscontrole van de brander vindt plaats via de toets
( hoofdstuk 7.3, pagina 21).
Informatie over het hoofdmenu werkingscontrole
67