Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toewijzing Ems-Warmtebron; Informatie Over Het Hoofdmenu Warmteproductie; In- En Uitschakelvoorwaarden; Cv-Toestel-/Bedrijfsvoorwaarden - Bosch Control 8311 Servicehandleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor Control 8311:
Inhoudsopgave

Advertenties

Systeemvoorwaarden primaire circulatiepomp
De voeding van onderstations is uitsluitend met de Control CC 8311 en
Control CC 8311 mogelijk. Dit bevat de functie "Aanvoercircuit naar on-
derstation ". Om deze functies te gebruiken, is een aanvoersensor (FZ)
in het onderstation absoluut noodzakelijk.
Beperking cv-circuit 0 in het onderstation: Moduleconfiguratie >
Type warmtebron > Verzorging onderstation met deze selectie is het
niet mogelijk om cv-circuit 00 te gebruiken op de centrale module ZM
Geen meervoudige toewijzing, geen toewijzing aan afzonderlijke cv-
circuits: een regelaar kan een circulatiepomp aansturen (klem PK op de
centrale module ZM).
• Het is niet mogelijk om de circulatiepomp aan afzonderlijke cv-cir-
cuits toe te wijzen.
• Het is niet mogelijk om meerdere onderstations te voorzien met één
circulatiepomp.
• circulatiepompen kunnen worden aangestuurd via functiemodules
FM-MM of FM-MW. Hiervoor moet de instelling van het apparaatadres
van het onderstation in acht worden genomen.
Aanvullende informatie:
De buitensensorwaarde van het onderstation in afb. 28...afb. 33 kan
naar keuze door de masterregelaar worden overgenomen of er kan voor
het onderstation een eigen buitentemperatuursensor worden ingesteld.
Een circulatiepomp (klem PK op de centrale module ZM) kan niet
worden gemoduleerd. Deze wordt aangestuurd in de Aan-/Uit-modus
(aansluitklem PK MOD zonder functie).
17.3

Toewijzing EMS-warmtebron

Wanneer bij Type warmtebron > met EMS is ingesteld voor EMS-warm-
tebron de volgende instellingen uitvoeren:
Warmtebron
Ketel met regelaar MX15
Ketel met regelaar MX25
Bosch Condens 5000 W ZBR
(GB162)
Bosch Condens 7000 Maxx
(GB272)
Tabel 29 Warmtebron Bosch
18

Informatie over het hoofdmenu warmteproductie

18.1

In- en uitschakelvoorwaarden

Om de warmtebron te sparen en niet aan extreme belastingen bloot te
stellen, wordt deze niet direct in- of uitgeschakeld. De warmtebron wordt
via een starttijd gestart en via een starttijd weer afgesloten. Deze tijden
zijn afhankelijk van de ingestelde brander, de ingestelde temperaturen
en de ingestelde vertragingstijden.
De warmtebron wordt alleen in de volgende situaties uitgeschakeld:
• Bij de sensorpositietest
• De veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd.
• Het veiligheidscircuit is geopend.
• Een aanwezige rookgasklep wordt gesloten.
Wanneer de veiligheidstemperatuurbegrenzer heeft aangesproken,
moet de warmtebron tot minimaal 10 K onder de STB-temperatuur af-
koelen, om deze weer te kunnen inschakelen.
Control 8311 – 6720854595 (2022/07)
Instelling
Warmtebron EMS
Op de grond staande warmtebron
EMS 2
Warmtebron EMS
Aan de wand gemonteerde warmte-
bron EMS 2
Informatie over het hoofdmenu warmteproductie
18.2

Cv-toestel-/bedrijfsvoorwaarden

18.2.1 pompfunctie instellen

De aansluitklemmen van het PWM-signaal (klem PK MOD) zijn buiten
werking.
Aansturing van de toestelcircuitpomp via 0 ... 10 V
De toestelcircuitpomp kan modulerend via een 0 ... 10-V-uitgang aange-
sloten worden (PK MOD).
Voor minimale en maximale spanningswaarden van de pomp:
▶ Neem de aanwijzingen van de pompfabrikant in acht.
▶ Bij pompen met startcontact: parameters Spanning voor min. volu-
mestroom en Spanning voor max. volumestroom instellen.
Afhankelijk van de gebruikte warmtebron kunnen aanvullende instellin-
gen (parameter maximale temperatuurspreiding activeren) nodig zijn.
Aanbeveling: warmtewisselaar voor systeemscheiding inbouwen.
Om een perfect bedrijf te garanderen, moet de toestelcircuitpomp pas-
send bij het hydraulische systeem van de cv-installatie gekozen worden:
Vermogen
Benodigd temperatuurverschil [K]
[kW]
5
50
8,6
75
12,9
100
17,2
150
25,8
200
34,4
300
51,6
500
86,0
750
129,0
1000
172,0
1500
258,0
2000
343,9
Tabel 30 Aanbevolen volumestroom voor de dimensionering van de ke-
telcircuitpomp PK [ m³/h]
0 ... 10 V volgens vermogen
Het 0 ... 10-V-signaal richt zich naar het actueel gevraagde branderver-
mogen:
• 100 % brandervermogen = 10 V (maximale modulatie van de pomp)
• Minimale brandervermogen = 0 V (minimale modulatie van de pomp)
18.3

Maximum temperatuur bij EMS-ketels

De Maximum temperatuur wordt bij EMS-toestellen door SAFe van de
warmtebron opgegeven, die met de regelaar verbonden is.
Als de warmtebron de ingegeven Maximum temperatuur, niet bereikt,
kan die ook door externe parameters begrensd zijn. Bijvoorbeeld door:
• Een regelaar in de gebruikte warmtebron
• Een branderautomaat (SAFe) in de gebruikte warmtebron
• Een 0 ... 10-V-signaal van een externe gewenste waarde
10
15
20
4,3
2,9
2,1
6,4
4,3
3,2
8,6
5,7
4,3
12,9
8,6
6,4
17,2
11,5
8,6
25,8
17,2
12,9
43,0
28,7
21,5
64,5
43,0
32,2
86,0
57,3
43,0
129,0
86,0
64,5
172,0
114,6
86,0
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave