Parameter
Minimale aanvoertemperatuur
Ketelaanvoertemperatuur offset 2...5...15 K
Minimum retourtemperatuur
Retourtemperatuur offset
Ketelcircuitpomptype
Control 8311 – 6720854595 (2022/07)
Instellingen/instelbereik Toelichting
0...75...100 °C
Instellen van de gewenste temperatuur voor
de gebruiksvoorwaarde, die moet worden
bereikt.
De waarde moet conform de toestelspecifie-
ke bedrijfsvoorwaarden worden gekozen.
Deze wordt bij de waarde van de Minimale
aanvoertemperatuur opgeteld en bepaalt de
minimale cv-watertemperatuur.
0...65...100 °C
Instellen van de gewenste temperatuur, die
moet worden bereikt.
1...10...50 K
De waarde moet conform de toestelspecifie-
ke bedrijfsvoorwaarden worden gekozen.
Deze wordt bij de waarde van de Minimum re-
tourtemperatuur opgeteld en bepaalt de mi-
nimale cv-watertemperatuur.
geen pomp
Instelling dat een toestelcircuitpomp voor-
handen is.
Bypass
De pomp is als bypasspomp tussen aanvoer
en retour gemonteerd.
Aanvoer/retour
De pomp is in de aanvoer of in de retour ge-
monteerd.
Warmte-opwekking
Aanwijzing
–
Wanneer deze waarde niet binnen een
ingestelde tijd (30 minuten) wordt be-
reikt, wordt een storingsmelding gege-
ven. De warmtebron werkt verder.
–
Wanneer deze waarde niet binnen een
ingestelde tijd (30 minuten) wordt be-
reikt, wordt een storingsmelding gege-
ven. De warmtebron werkt verder.
–
Toepassingssituatie: NT-Min retour zon-
der hydraulische ontkoppeling (bijv.
open verdeler, buffervat).
De pomp start bij brandervraag (niet,
wanneer de bedrijfsomstandigheden
dit onderdrukken, bijv. Ecostream, NT-
aanvoer). De bypasspomp wordt uitge-
schakeld, wanneer de gevraagde Mini-
mum retourtemperatuur + offset op de
sensor FR is bereikt.
Wanneer de pomp modulerend wordt
aangestuurd, richt de modulatie van de
pomp zich op de temperatuur van de
sensor FR.
▶ Hoofdstuk , pagina 55 aanhouden.
Toepassing: toestel met hydraulische
ontkoppeling (bijv. open verdeler, buf-
fervat).
De pomp start bij brandervraag (niet,
wanneer de bedrijfsomstandigheden
dit onderdrukken, bijv. Ecostream, NT-
aanvoer).
Deze draait, zolang de ketel een vraag
heeft. Deze draait tot de ketelvraag en
de brandervraag verdwijnen en de na-
looptijd is verlopen. Deze draait gedu-
rende de ingestelde nalooptijd na.
Wanneer de pomp modulerend wordt
aangestuurd, richt de modulatie van de
pomp zich op de temperatuur van de in-
stelling bij Aansturing ketelcircuit-
pomp.
▶ Hoofdstuk , pagina 55 aanhouden.
33