Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschikbare Sensoren; Drukomvormers; Temperatuursensoren; Thermistoren - Daikin MICROTECH-CONTROLLER Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MICROTECH-CONTROLLER:
Inhoudsopgave

Advertenties

gestopt waarbij de stroomvoorziening naar het hulprelais afgesloten wordt. Het alarm kan gewist worden zodra de
afvoerdruk weer normaal wordt. Het alarm moet gereset worden op de schakelaar zelf en op de controller van de unit. De
drukwaarde voor het in werking stellen van het alarm kan niet gewijzigd worden.
Overdrukklep
Als de druk in het koelcircuit te hoog wordt, opent de overdrukklep om de maximale druk te beperken. Als dit gebeurt, de
machine onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met uw lokale technische dienst.
Inverter fout
Elke compressor kan voorzien zijn van een eigen inverter (geïntegreerd of extern). De inverter kan zijn status automatisch
controleren en de controller informeren in geval van storingen of pre-alarm omstandigheden. Als dit gebeurt beperkt de
controller de werking van de compressor of schakelt eventueel de stroomkring in alarmstatus uit. Het alarm kan gewist
worden door een handmatige handeling aan de controller.
1.4

Beschikbare sensoren

1.4.1

Drukomvormers

Er worden twee soorten elektronische sensoren gebruikt om de zuig-, pers- en oliedruk in elke stroomkring te meten. Het
bereik van elke sensor is duidelijk angegeven op de sensorbehuizing. Afvoer- en oliedruk worden bewaakt met gebruik
van een sensor met hetzelfde bereik.
1.4.2

Temperatuursensoren

De watersensoren van de verdamper zijn geïnstalleerd aan ingangs- en uitgangszijde. Aan de binnenkant van de koeler
is een buitentemperatuursensor geplaatst. Daarnaast zijn in elk circuit sensoren voor de aanzuig- en perstemperatuur
geïnstalleerd ter bewaking en beheersing van te hoge koeltemperaturen.
Op door koudemiddel gekoelde inverters zijn extra sensoren in de koelplaat aangebracht om de temperatuur van de
aandrijving te meten.
1.4.3

Thermistoren

Elke compressor is uitgerust met PTC-weerstanden die in de motorwikkelingen bevestigd zijn ter bescherming van de
motor. In het geval de motortemperatuur een gevaarlijke temperatuur bereikt, bestaat het gevaar dat de thermistoren
springen.
1.4.4

Lekdetectoren

Optioneel kan de unit uitgerust worden met lekdetectoren om in de lucht in de compressorcabine te detecteren waardoor
een lek van het koudemiddel in deze ruimte vastgesteld kan worden.
1.5

Beschikbare controllers

1.5.1

Verdamperpompen

De controller kan een of meer verdamperpompen regelen en verzorgt de automatische overschakeling tussen pompen.
Het is ook mogelijk om voorrang te geven aan bepaalde pompen en een van de twee pompen tijdelijk uit te schakelen.
Indien de pompen uitgerust zijn met inverters, kan de controller ook de pompsnelheid controleren.
1.5.2

Condensorpompen (Alleen W/C units)

De controller kan een of meer condensorpompen regelen en verzorgt de automatische overschakeling tussen pompen.
Het is ook mogelijk om voorrang te geven aan bepaalde pompen en een van de twee pompen tijdelijk uit te schakelen.
1.5.3

Compressoren

De controller kan een of twee compressors die in een of twee onafhankelijke koelciruits geïnstalleerd zijn besturen. De
beveiligingen van elke compressor worden bestuurd door de controller. Ingebouwde veiligheidsvoorzieningen worden
geregeld door de geïntegreerde elektronica van de inverter en alleen doorgegeven aan de
1.5.4

Expansieventiel

De controller kan voor elk koelcircuit een elektronisch expansieventiel besturen. MicroTech™ ingebouwde elektronica
garandeert altijd de best mogelijke werking van het koelcircuit.
1.5.5

Stromingsschakelaar verdamper

Hoewel de stromingsschakelaar als optie aangeboden wordt, is het verplicht om er een te installeren en aan te sluiten op
de digitale ingangsklemmen om te zorgen dat de koeler alleen werkt als een minimale doorstroming waargenomen wordt.
D-EOMZC00106-17_05NL - 8/68
controller.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Microtech

Inhoudsopgave