Inhoudsopgave
Advertenties
7
OPTIES
7.1
Energiemeter met stroombegrenzing (optioneel)
Optioneel kan een energiemeter op de unit geïnstalleerd worden. De energiemeter wordt via Modbus aangesloten op de
controller van de unit, die alle relevante technische gegevens kan weergeven, zoals:
•
Leiding-leidingspanning (per fase en gemiddeld)
•
Netstroom (per fase en gemiddeld)
•
Effectieve stroom
•
Cos Phi
•
Werklastenergie
Al deze gegevens zijn ook toegankelijk vanuit een BMS door deze aan te sluiten op een communicatiemodule. Zie de
handleiding communicatiemodule voor gegevens over het apparaat en parameterinstellingen.
Zowel de energiemeter als de controller van de unit moeten goed ingesteld zijn. De aanwijzingen hieronder verschaffen
meer informatie over het instellen van de energiemeter. Raadpleeg de specifieke instructies van de energiemeter voor
meer informatie over de werking van het instrument.
Energiemeter instellingen (Nemo D4-L of Nemo D4-Le)
Password (Down+Enter) 1000
Connection
Address
Baud
Par
Time Out
Password 2
CT ratio
VT ratio
Nadat de energiemeter geconfigureerd is, de volgende stappen in de controller van de unit uitvoeren:
•
Ga van hoofdmenu naar Weergave/Instellen unit → Ingebruikname unit → Configuratie → Unit
•
Energiemeter instellen = Nemo D4-L of Nemo D4-Le
De energiemeter-optie omvat de stroombegrenzing-functie, waarmee de unit de capaciteit kan beperken om een vooraf
bepaalde instelwaarde voor de stroom niet te overschrijden. Deze instelwaarde kan ingesteld worden op het display van
de unit of kan gewijzigd worden van een extern 4-20A signaal.
De stroombegrenzing moet ingesteld worden volgens de volgende instructies:
•
Ga van hoofdmenu naar Weergave/Instellen unit →Energiebesparing
In het menu zijn de volgende instellingen met betrekking tot de stroombegrenzing beschikbaar:
Unit Current
Geeft de unitstroom weer
Current Limit
Geeft de actieve stroombegrenzing weer (die verschaft kan worden door een extern signaal als de unit in netwerk-
modus is)
Current
Lim
Stel de instelwaarde voor de stroombegrenzing in (als de unit in lokale modus is)
Sp
7.2
Snelle herstart (optioneel)
Deze koelmachine kan een Snelle Herstart (optioneel) procedure uitvoeren als reactie op een stroomstoring. Een digitaal
contact wordt gebruikt om de controller te informeren dat de functie ingeschakeld is. De functie wordt in de fabriek
geconfigureerd.
Snelle herstart wordt geactiveerd onder de volgende voorwaarden:
•
De stroomstoring duurt reeds 180 seconden
•
De schakelaars van de unit en de circuits zijn AAN
•
Er zijn geen alarmen van de unit of de circuits.
•
De unit heeft gewerkt in de normale Werking-status
•
De instelwaarde voor de BMS circuitmodus is ingesteld op Auto wanneer de bron van regeling Netwerk is
Als de stroomstoring meer dan 180 seconden duurt, zal de unit starten op basis van de instelling van de Stop-tot-start
cyclustimer (minimale instelling 3 minuten) en belasting per standaardunit zonder Snelle Herstart.
Wanneer Snelle Herstart actief is, zal de unit binnen 30 seconden na het herstel van de stroom weer starten. De tijd om
de vollast te herstellen is minder dan 3 minuten.
3-2E
driefase Aron System
020
19.2
kbps
None
pariteitsbit
3
sec
2001
see CT label stroomtransformator ratio (bijv. als CT 600:5 is ingesteld op 120)
1
geen spanningstransformatoren (behalve bij 690V koeler)
D-EOMZC00106-17_05NL - 67/68
Advertenties
Inhoudsopgave
