6.3.4
Alarm stromingsverlies verdamper
Dit alarm wordt gegenereerd om in geval van stromingsverlies op de koelmachine de machine tegen bevriezing te
beschermen.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEvapWaterFlow
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEvapWaterFlow
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvapWaterFlow
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
6.3.5
Storing sensor wateruitvoertemperatuur (WUT) verdamper
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffLvgEntWTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffLvgEntWTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvpLvgWTempSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
6.3.6
Alarm waterbevriezing in verdamper
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de temperatuur van het (ingaande of uitgaande) water onder een
veiligheidsgrens gedaald is. De regeling probeert de warmtewisselaar te beschermen door de pomp te starten en het water
te laten circuleren.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEvapWaterTmpLo
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEvapWaterTmpLo
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvapWaterTmpLo
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
D-EOMZC00106-17_05NL - 52/68
Oorzaak
Geen
waterstroming
gedurende 3 ononderbroken minuten of te
op
het
lage waterstroming.
Oorzaak
De sensor is defect.
op
het
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Oorzaak
Te lage waterstroming.
De invoertemperatuur naar de verdamper
op
het
is te laag.
De stroomschakelaar werkt niet of er
stroomt geen water.
Sensormetingen (invoer of uitvoer) zijn niet
juist gekalibreerd.
Verkeerde
bevriezingsgrens.
Oplossing
gedetecteerd
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze verstopt
zijn.
Controleer
stromingsschakelaar en pas deze aan de
de minimale waterstroom.
Controleer of de pompwaaier vrij kan
draaien en niet beschadigd is.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen
van
zekeringen, inverters, enz.)
Controleer of waterfilter is verstopt.
Controleer
stromingsschakelaar.
Opmerkingen
Oplossing
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
Oplossing
Verhoog de waterstroming.
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
Controleer de stroomschakelaar en de
waterpomp.
Controleer de watertemperaturen met een
juist instrument en pas de afwijkingen aan.
instelwaarde
van
De bevriezingsgrens werd niet gewijzigde
als een functie van de glycolpercentage.
Opmerkingen
Het is nodig om te controleren of de
condensor heeft opgelopen omwille van dit
alarm.
de
kalibratie
van
de
pomp
(stroomonderbrekers,
de
aansluitingen
van
de
de