5.
Instellingen
Verschillende instellingen kunnen worden ingesteld, afhankelijk van de selectie
van de hydraulische variant 1-20. Dit wordt nader toegelicht in tabel 5.17. Deze
tabel geeft ook de bijbehorende sensor en schakeluitgangen weer. De volgende
Letop
bladzijden bevatten algemeen geldende omschrijvingen voor de instellingen.
5.1 Tmin S1
start toestaan bij temperatuur sensor 1
Zodra deze temperatuur bij sensor 1 wordt overschreden en andere ingestelde waar-
den zijn ook bereikt zal de besturing de betreffende pomp en/of klep aanschakelen.
Bij een temperatuur 5 graden lager dan deze instelling wordt de pomp en/of klep weer
uitgeschakeld.I.
instelwaarden: van 0°C to t99°C/default instelling 20°C
5.2 Tmin S2
start toestaan bij temperatuur sensor 2
Zodra deze temperatuur bij sensor 2 wordt overschreden en andere ingestelde waar-
den zijn ook bereikt zal de besturing de betreffende pomp en/of klep aanschakelen.
Bij een temperatuur 5 graden lager dan deze instelling wordt de pomp en/of klep weer
uitgeschakeld.
instelwaarden: van 0°C to t99°C/default instelling 40°C
5.3 Tmin S3
start toestaan bij temperatuur sensor 3
Zodra deze temperatuur bij sensor 3 wordt overschreden en andere ingestelde waar-
den zijn ook bereikt zal de besturing de betreffende pomp en/of klep aanschakelen.
Bij een temperatuur 5 graden lager dan deze instelling wordt de pomp en/of klep weer
uitgeschakeld.
instelwaarden: van 0°C to t99°C/default instelling 20°C
28
Instellingen
In menu "5. Instellingen" worden de
basisinstellingen voor de besturing vast
gelegd
Letop
Dit menu wordt gesloten door op de
"esc" toets te drukken of door "verlaat
instellingen" te selecteren.
De besturing kan onder geen en-
kele omstandigheid de veiligheids
ventielen of anderzins vervangen!