C.2.1
C.3
Installatie van de temperatuur sensoren
De controller werkt met PT1000 temperatuur sensoren waarmee een nauwkeurige meting
mogelijk is voor optimale ondertseuning van de besturing.
Zonodig kunnen de sensorkabels verlengd worden tot maxiaal 30m, gebruik hier-
voor dan kabels met een minimale doorsnede van 0.75mm². Voorkom sluiting in de
bedrading
Plaats de sensoren nauwkeurig in de te meten omgeving
Letop
Gebruik voor het toepassings gebied geschikte sensoren: pijp-, leiding- of vlakvoeler
met de geschikte maximale werkings temperatuur.
Houdt sensor kabels appart van stroom kabels voor correcte werking. Niet in de
zelfde kabel leiding monteren
Letop
10
Installatie
1. Selecteer het benodigde systeemsche-
ma (B.5 of Fig. D.1 - D.20)
2. Open de controller zoals beschreven
onder C.1.
3. Strip de kabes 55mm max., monteer de
draadklemmen en maak de draden over
8-9 mm vrij (Fig. C.2.1)
4. Open de schroeven in de ter-
minal met een goed passende
schroevendraaier(Fig. C.2.1) en sluit de
bedrading aan(Fig. D.1 - D.20)
5. Breng het bovendeel van controller aan
6. Steek de stekker in het contact (220V).