Waarschuwingslampjes branden of knipperen
Oliedrukcontrolelampje
Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden,
rijd dan veilig naar de kant van de weg en
zet de motor uit.
LET OP
Het blijven rijden met een lage oliedruk kan ernstige
beschadiging van de motor veroorzaken.
Controleer het motoroliepeil en vul indien
1.
nodig bij met olie.
Start de motor.
2.
Rijd uitsluitend door als het
u
oliedrukcontrolelampje uit gaat.
Snel accelereren kan ervoor zorgen dat het
oliedrukcontrolelampje tijdelijk gaat branden,
vooral wanneer de olie op of dicht bij het
laagste niveau staat.
Als het oliedrukcontrolelampje blijft branden
wanneer het oliepeil op het juiste niveau
staat, zet de motor dan uit en neem contact
op met uw dealer.
198
BLZ. 157,
BLZ. 158
2
2
Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit
duiden op een lekkage of ander serieus
probleem met uw voertuig. Laat uw voertuig
door uw dealer inspecteren.
PGM-FI-storingslampje
(elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL)
Als de indicator tijdens het rijden gaat
branden, kan het PGM-FI-systeem een
ernstig defect vertonen. Verminder snelheid
en laat uw voertuig zo snel mogelijk door uw
dealer inspecteren.