114492 - v.06 - 21012019
aanvoertemperatuur. Het vermogen van de ketel kan modulerend
worden geregeld met een daarvoor geschikte regelaar.
Analoge regeling (0 – 10 V)
De belasting tussen de minimale en de maximale waarde varieert op
basis van de op de analoge ingang aangeboden spanning.
4.2.5
Watertemperatuurregeling
De ketel is voorzien van een elektronische temperatuurregeling met een
aanvoer- en een retoursensor. De aanvoertemperatuur is instelbaar
tussen 20°C en 90°C. De ketel moduleert terug als de ingestelde
aanvoertemperatuur is bereikt. De uitschakeltemperatuur is de ingestelde
aanvoertemperatuur + 5°C.
4.2.6
Maximaalbeveiliging
De maximaalbeveiliging schakelt bij een te hoge watertemperatuur
(110°C) het toestel uit en vergrendelt deze op de beveiligingsautomaat.
Na het opheffen van de storing kan het toestel ontgrendeld worden met de
reset-toets.
4.2.7
Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de ketel begrenst het maximale
temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van het water en de
maximale stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur. Hierdoor is de ketel
nagenoeg ongevoelig voor te kleine waterdoorstroming.
4.2.8
Circulatiepomp
De ketel heeft geen ingebouwde pomp, maar wel een ingebouwde
pompschakeling. Er kan een circulatiepomp aangesloten worden op de
aansluitconnector van de standaardbesturingsprint. Dit kan een aan/uit
pomp zijn of een modulerende pomp (met 0 - 10 V aansturing).
De pompinstellingen kunnen worden gewijzigd.
4 Beschrijving van het product
21