U
Markeer het gegevensveld Vóór regel, Na regel of Na pag. en voer
de gewenste ASCII-code in. U kunt in elk van de gegevensvelden
maximaal vier ASCII-codes invoeren. Als u ASCII-codes invoert in
het veld Vóór regel, worden de ASCII-tekens vóór elke regel van het
rapport afgedrukt. Zo zal bijvoorbeeld het invoeren van ASCII-code
32 als gevolg hebben dat vóór elke regel van het rapport een spatie
wordt ingevoegd. De codes moeten worden gescheiden door een
spatie. Zie de volgende pagina van dit handboek voor de tabel met
ASCII-codes.
U
Markeer het keuzeveld Label afdr. en druk op de softkey JA om
beschrijvende labels op te nemen in de af te drukken gegevens.
Voer in het gegevensveld Vóór regel, Na
regel of Na pag. de gewenste ASCII-
codes in
U
Markeer het keuzeveld Ktn afdruk. en druk op de softkey TABEL om
een rapport af te drukken wanneer een optische kant wordt
gedetecteerd. Selecteer in de getoonde lijst het afdrukformaat en
druk op de ENTER-toets. De volgende formaten zijn beschikbaar:
Uit: er wordt geen rapport afgedrukt.
Stand.: ascoördinaten afdrukken wanneer een kant wordt
gepasseerd.
Stf2: ascoördinaten en de laatste coördinaten voor de kant
afdrukken met 2 decimalen.
Stf3: ascoördinaten en de laatste coördinaten voor de kant
afdrukken met 3 decimalen.
Druk op de softkey TABEL om rapporten
over gedetecteerde kanten te
configureren
ND 1200 QUADRA-CHEK
Druk op de softkey JA om beschrijvende
labels op te nemen
Selecteer het afdrukformaat in de lijst
123