Functiecontrole
Brandklep met smeltlood
8
Functiecontrole
Algemeen
Bij het gebruik van brandkleppen zullen deze bij een
gewone temperatuur open staan. Voor een functiecon-
trolle is het noodzakelijk de brandklep te sluiten en weer
te openen.
8.1 Brandklep met smeltlood
Brandklep sluiten
Afb. 145: Brandklep sluiten
1.6
Handgreep / klepstand aanduiding
10.14 Thermische signaleringsinrichting met smeltlood
VOORZICHTIG!
Kans op verwondingen bij het insteken van de hand
in de klep. Bij de bediening van het activeringsme-
chanisme niet in de brandklep grijpen.
Voorwaarden
Brandklep is geopend
1.
Handkop van de thermische signalerings-inrich-
ting (10.14) zo in de richting van de pijl naar voren
trekken, zodat de
2.
handknop (1.6) vrijgegeven wordt.
3.
De handgreep (1.6) draait automatisch in de pijl-
richting.
4.
De klep is gesloten en
5.
de handgreep (1.6) geeft aan, dat de klep
gesloten is.
160
Brandklep openen
Afb. 146: Brandklep openen
1.6 Handgreep / klepstand aanduiding
Voorwaarden
Brandklep is gesloten
1.
De handgreep (1.6) zover in de pijlrichting (tegen
de klok in) draaien, tot de
2.
handgreep (1.6) achter de handknop van de ther-
mische signalerings-inrichting (10.14) vergren-
deld.
3.
De klep is geopend en
4.
de handgreep (1.6) geeft aan, dat de klep geo-
pend is.
Klepstandaanwijzer
De stand van het klepblad wordt door de stand van de
handgreep weergegeven.
Afb. 147: Klepstandaanwijzer
1
Klepblad gesloten
2
Klepblad geopend
Brandklep Serie FKRS-EU