4
Opbouw en functie
Brandkleppen worden als veiligheidstechnische onder-
delen in een ventilatiesysteem toegepast. De brandklep
dient als afsluitinrichting voor het verhinderen van
brand- en rookoverdracht door het luchtkanaal. Bij het
gebruik zullen de brandkleppen open staan om de lucht-
verplaatsing in de luchtkanalen te waarborgen.
Stijgt in geval van brand de temperatuur, dan sluit de
brandklep. De signalering vindt plaats bij 72 °C (bij
luchtverwarmingen 95 °C). Na een thermische signale-
ring mag de brandklep niet meer geopend worden.
Om zeker te weten of de klep functioneert, kan een
functietest op de brandklep uitgevoerd worden.
4.1 FKRS-EU met smeltlood
Afb. 5: FKRS-EU met smeltlood
1.1
Behuizing
1.2
Klepblad met afdichting
1.4
Aanslag DICHT-stand
1.5
Inspectie-opening (12 mm)
1.6
Handgreep / klepstand aanduiding
1.8
Lipafdichting
10.14 Thermische signaleringsinrichting met smeltlood
Functieomschrijving
Bij brandkleppen met een thermische signalering
gebeurd het sluiten door het smeltlood. Stijg de tempe-
ratuur binnen in de brandklep door hete brandrook
boven de 72 °C, resp. 95° C, dan verbreekt het smelt-
lood onmiddellijk. Met een veermechanisme wordt het
direct sluiten van de brandklep bewerkstelligd.
Optioneel kan brandklep met één of twee eindschake-
laars geleverd of omgebouwd worden. De eindschake-
laars kunnen de klepstand weergeven via het gebouw-
beheersysteem of het brandmeldsysteem. Voor de
klepstanden "DICHT" en "OPEN" is telkens een eind-
schakelaar nodig.
4.2 FKRS-EU met veerretourmotor
Ä 160
Afb. 6: FKRS-EU met veerretourmotor
1.1
Behuizing
1.2
Klepblad met afdichting
1.4
Aanslag DICHT-stand
1.5
Inspectie-opening (12 mm)
1.8
Lipafdichting
10.1
Veerretourmotor
10.13 Thermo-elektrisch activeringsmechanisme met
temperatuurvoeler
Functiebeschrijving
De veerretourmotor dient voor het gemotoriseerd
openen en sluiten van de brandklep alsmede het aan-
sturen vanuit het gebouwenbeheersysteem. Gemotori-
seerde brandkleppen kunnen voor het regelmatig
afsluiten van luchtkanalen gebruikt worden. Staat er
voedingsspanning op de motor, dan is de brandklep
geopend. Het sluiten van de brandklep vindt plaats doot
een veerretourmotor, als één van de volgende situaties
optreedt:
Temperatuur in de brandklep > 72 °C resp. > 95 °C
Temperatuur buiten bij de signaleringseenheid
> 72 °C
Onderbreking van de voedingsspanning (rust-
stroomprincipe)
In de veerretourmotor zijn eindschakelaars geïnte-
greerd, die voor de standaanwijzing van de klep
gebruikt kunnen worden.
Brandklep Serie FKRS-EU
Opbouw en functie
FKRS-EU met veerretourmotor
15