Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inschakelen; Testen En Kalibreren; Periodiek Onderhoud; Ontmanteling En Verwijdering - Eco Heating Systems GH 27.1 Installatie-, Service- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

11.3.3

INSCHAKELEN

Zodra de opwarmfase voorbij is (enkele minuten), kan de detector correct werken, hoewel de optimale presta-
ties na twee uur worden bereikt.
Het is altijd nodig om te wachten tot de stabilisatieperiode voorbij is (ongeveer 2 uur) alvorens een kalibratie uit
te voeren.
De detector werkt autonoom en automatisch. Eenmaal correct aangesloten, zijn geen verdere handelingen ver-
eist.
11.3.4
T
ESTEN EN KALIBREREN
Detectoren zijn in de fabriek gekalibreerd op de juiste %LEL-instelling.
Toekomstige aanpassing van de vooraf ingestelde kalibratie kan worden uitgevoerd door gebruik te maken van
het kalibratietoetsenbord.
Nul kalibratie
Wanneer de datum van inbedrijfstelling van het apparaat langer is dan 8 weken vanaf de datum van constructie
zoals aangegeven op het typeplaatje van het apparaat, en in ieder geval na lange perioden van opslag en/of
seizoensstop, is het altijd nodig om de nulkalibratie uit te voeren. Opslagomstandigheden kunnen de gevoelig-
heid van het onderdeel beïnvloeden: hoge temperatuurschommelingen moeten worden beschouwd als een kri-
tieke toestand die een verhoging van de frequentie van nulkalibratie vereist.
Volledige kalibratie
Periodiek, vaker voor die gevallen waarin nulkalibratie vaak vereist is, moet ook de volledige kalibratieprocedure
worden uitgevoerd.
Controleer de respons van de detector met behulp van een mengsel van een bekende gas/lucht-samenstelling
en de juiste kalibratiekit.
Gedetailleerde kalibratie-instructies zijn op verzoek verkrijgbaar met verwijzing naar het model dat op elke ap-
paraat is geïnstalleerd.
11.3.5
P
ERIODIEK ONDERHOUD
Binnen de landen van de Europese Unie zijn bumptesten en kalibratieprocedures van gasdetectoren vereist
door strikte regelgeving en beschreven in IEC EN 60079-29-2.
Deze norm geeft richtlijnen voor de selectie, installatie, gebruik en onderhoud van gasdetectoren bedoeld voor
gebruik in industriële en commerciële toepassingen.
De norm vereist kalibratie en bumptesten, evenals het vastleggen van de uitgevoerde controles, en bepaalt dat
alle gasdetectoren periodiek operationeel moeten worden getest volgens de specificaties van de fabrikant. Test-
resultaten moeten worden vastgelegd in een geschikt boek dat aan de autoriteit moet worden getoond in geval
van inspectie. Het wordt aanbevolen om de werking van de lekkagedetectiesensoren te controleren met een
frequentie van niet meer dan 6 maanden.
Het controleren van de veiligheidsuitrusting is altijd verplicht alvorens het apparaat opnieuw op te starten na een
seizoensstop of een lange periode van inactiviteit.
Frequentere controles moeten worden voorzien in installatieomstandigheden die potentieel zwaar zijn voor het
onderdeel.
11.3.6

ONTMANTELING EN VERWIJDERING

Wanneer het onderdeel het einde van zijn beoogde levensduur heeft bereikt en moet worden verwijderd en ver-
vangen, moeten alle maatregelen worden genomen om inzameling, verwijdering en recyclingcentra te verge-
makkelijken en de impact op het milieu te minimaliseren.
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave