Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie-, service- en gebruikershandleiding
Warmtepomp
E93.2101.900
Originele handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Eco Heating Systems GH 27.1

  • Pagina 1 Installatie-, service- en gebruikershandleiding Warmtepomp E93.2101.900 Originele handleiding...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE INLEIDING ..............................6 ............................6 YMBOLEN VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN ........................6 TECHNISCHE GEGEVENS WARMTEPOMP .................... 7 ........................7 UNCTIONELE INLEIDING ................... 8 ECHNISCHE SPECIFICATIES DATASHEET INSPECTIE, UITPAKKEN EN TRANSPORT ................... 12 ............................12 NSPECTIE ............................ 12 ITPAKKEN ......................... 12 EFFEN EN TRANSPORT PLAATSING EN INSTALLATIE ........................
  • Pagina 4 10.6 ............................28 ETPOINT 10.6.1 Setpointvisualisatie ........................28 10.6.2 Wijziging van het setpoint ......................29 10.6.3 Dubbel setpoint door digitale invoer (Optioneel) ............... 29 10.6.4 Compensatie van het setpoint obv de buitentemperatuur (Optioneel) ........29 10.7 ............................31 LARMEN 10.7.1 Apparaatalarmen type “A” ......................31 10.7.2 Circuitalarmen type “B”...
  • Pagina 5 10.13.20 Toetsenbordconfiguratie ....................51 11 PERIODIEK ONDERHOUD EN INSPECTIES ..................52 11.1 ........................52 AARSCHUWINGEN 11.2 ............................ 52 VERZICHT 11.3 R290 .................... 54 NSTRUCTIE LEKKAGEDETECTOR 11.3.1 beschrijving ..........................54 11.3.2 installatie ............................ 54 11.3.3 inschakelen ..........................55 11.3.4 Testen en kalibreren ........................55 11.3.5 Periodiek onderhoud .........................
  • Pagina 6: Inleiding

    De ontwerper van de technische installaties  De service engineer Eco Heating Systems Groningen BV is niet aansprakelijk voor enige schade veroorzaakt door het onjuist opvolgen van deze instructies. Gebruik voor onderhouds- en reparatiedoeleinden alleen originele reserveonderdelen van Eco Heating Systems Groningen BV.
  • Pagina 7: Technische Gegevens Warmtepomp

    3 TECHNISCHE GEGEVENS WARMTEPOMP 3.1 Functionele inleiding De GH (I) warmtepomp is de meest milieuvriendelijke lucht/water warmtepomp voor de utiliteit door gebruik te maken van een natuurlijk koudemiddel: R290. Dit koudemiddel heeft slechts een aardopwarmingsvermogen van 3, dit is tot 700 keer minder schadelijk in vergelijking met traditionele koudemiddelen. Nadeel van R290 is de brandbaarheid;...
  • Pagina 8: Technische Specificaties Datasheet

    3.2 Technische specificaties datasheet TYPE WARMTEPOMP GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) 27.1 30.1 34.1 40.1 47.1 50.1 Energie-efficientieklasse SCOP 2,85 2,85 2,88 2,90 2,95 2,94 VERWARMING (EN 14511 - A7W35) Nom. warmtevermogen 28,3 31,4 35,9 41,0...
  • Pagina 9 TYPE WARMTEPOMP GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) 60.1 66.1 75.1 83.1 97.1 111.1 Energie-efficientieklasse SCOP 2,93 3,02 2,84 2,84 2,84 2,84 VERWARMING (EN 14511 – A7W35) Nom. warmtevermogen 62,7 68,1 76,0 84,8 97,8 111,0 Elektrische vermogensopname 14,5...
  • Pagina 10 TYPE WARMTEPOMP GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) 84.2 94.2 101.2 120.2 132.2 Energie-efficientieklasse SCOP 3,08 3,20 3,22 3,20 3,21 VERWARMING (EN 14511 – A7W35) Nom. warmtevermogen 87,0 98,5 105,0 126,0 137,0 Elektrische vermogensopname 20,2 22,5 29,0 31,3 4,31...
  • Pagina 11 TYPE WARMTEPOMP GH (I) GH (I) GH (I) GH (I) 150.2 167.2 195.2 222.2 Energie-efficientieklasse SCOP 3,01 3,07 2,99 2,98 VERWARMING (EN 14511 – A7W35) Nom. warmtevermogen 151,0 171,0 200,0 222,0 Elektrische vermogensopname 37,2 41,5 49,2 56,3 4,06 4,12 4,07 3,94 KOELING (EN 14511 –...
  • Pagina 12: Inspectie, Uitpakken En Transport

    4 INSPECTIE, UITPAKKEN EN TRANSPORT 4.1 Inspectie Controleer het apparaat bij ontvangst, rekening houdend met het feit dat het de fabriek in perfecte staat heeft verlaten; meld eventuele beschadigingen direct aan de vervoerder en noteer deze op de afleverbon voordat u deze ondertekent.
  • Pagina 13: Plaatsing En Installatie

    5 PLAATSING EN INSTALLATIE 5.1 Algemeen De machine mag alleen buitenshuis worden opgesteld. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om na te gaan of het nodig is om bescherming te bieden met betrekking tot blikseminslag volgens de lokale wetgeving. Bij het kiezen van de installatieplaats van het apparaat en het aanbrengen van de bijbehorende aansluitingen moet met het volgende rekening worden gehouden: ...
  • Pagina 14: Ruimte Voor Installatie

     bij het geheel of gedeeltelijk niet naleven van de instructies;  bij gebrekkig onderhoud en/of gebruik van niet-originele reserveonderdelen;  bij wijzigingen of andere ingrepen die niet gekwalificeerd zijn door de Fabrikant;  wanneer het werkgebied niet vrij wordt gehouden van gereedschappen en andere voorwerpen; ...
  • Pagina 15: Veiligheidsmaatregelen

    6 VEILIGHEIDSMAATREGELEN De machine voldoet aan de richtlijnen 2006/42 EC, 2014/30/UE (EMC), 2014/68/UE (PED) en 2014/34UE (ATEX) en de toepasselijke technische normen zoals bepaald in de conformiteitsverklaring die een integraal onderdeel vormt van deze handleiding. 6.1 Definitie gevaarlijk gebied De machine mag alleen toegankelijk zijn voor gekwalificeerde bedieners. De interne gevaarlijke zone kan worden betreden door de machine te betreden.
  • Pagina 16: Installatie In Gebieden Met Explosieve Atmosfeer

    6.3 Installatie in gebieden met explosieve atmosfeer De machine valt onder de reikwijdte van Richtlijn 2014/34/EU: Richtlijn 2014/34/EU betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen (ATEX). Het koelmiddel dat in het apparaat wordt gebruikt, is propaangas (R290) en wordt intern en in de directe omge- ving van een zone geclassificeerd als ZONE 2.
  • Pagina 17: Hydraulisch Aansluiten

    7 HYDRAULISCH AANSLUITEN 7.1 Algemeen Bij het opzetten van het hydraulisch circuit voor de verdamper dient er te worden voldaan aan de volgende voorschriften, en in ieder geval aan de nationale en lokale voorschriften (zie de schema's in de handleiding). Monteer de leidingen op de koeler met behulp van flexibele verbindingen om overdracht van trillingen te voorko- men en warmte-uitzetting te compenseren.
  • Pagina 18: Aanbevolen Hydraulisch Circuit

    7.2 Aanbevolen hydraulisch circuit 01 Circulatiepomp 06 Tank 11 Flexibele koppeling 02 Expansievat 07 Manometer 12 Vulapparaat installatie 03 Veiligheidsklep 08 Thermometer 13 Wateruitlaat 04 Terugslagklep 09 Waterfilter 14 Debietmeter 05 Kogelkraan 10 Ontluchtingsventiel 15 Platenwisselaar 7.3 Hydraulische set (accessoire) 03 Verdamper PA Bron voor antivriessonde 17 Elektrische verwarming...
  • Pagina 19: Minimale Waterinhoud Van De Installatie

    Volg de volgende instructies om de juiste werking van elke pomp op de machine te garanderen:  Controleer voor het starten of de pomp-as vrij kan draaien, zonder mechanische belemmeringen. Het is verboden de pomp droog, ongevuld en onder het minimale nominale waterdebiet te laten ...
  • Pagina 20: Elektrische Aansluitingen

    8 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 8.1 Overzicht De elektrische aansluitingen moeten voldoen aan de informatie op het bedradingsschema dat aan het apparaat is bevestigd en aan de geldende voorschriften op de plaats van installatie.  De aarding is wettelijk verplicht. De installateur moet de aardingskabel met behulp van de benodigde PE-klem aansluiten op de aardingsrail die zich in de elektrische besturingskast bevindt.
  • Pagina 21: Ventilatorbesturing

    8.5 ventilatorbesturing Het apparaat is standaard uitgerust met een ventilatorsnelheidsregelaar. Op deze manier is het mogelijk om met vrij lage buitentemperaturen te werken, waardoor het luchtdebiet naar de condensor afneemt en het appa- raat kan werken met acceptabele werkingsparameters. Deze regeling kan ook worden gebruikt om de geluidsemissie van het apparaat te verminderen wanneer de temperatuur van de buitenlucht de neiging heeft te dalen (bijv.
  • Pagina 22: Opstarten

    9 OPSTARTEN Het is verplicht om een Explosimeter te gebruiken tijdens elke fase van gewoon en buitengewoon onderhoud en opstartfase. De machine mag alleen worden opgestart door gekwalificeerd personeel dat is geautoriseerd door de fabrikant. 9.1 Verificaties vooraf Bij langdurige stilstand > 1 dag van de warmtepomp met onderbreking van de stroomtoevoer, is het noodzake- lijk om de pers- en zuigkleppen van de compressor te sluiten.
  • Pagina 23: Regeling

    10 REGELING 10.1 inleiding De regelaars uit de IC200 evo-serie zijn bestemd voor het beheer van warmtepompen en koelers. Ze dienen voor controle van de drivers voor het beheer van elektronische thermostatische kranen en geavanceerde func- ties zoals de productie van sanitair warm water. Hoofdfuncties: •...
  • Pagina 24: Weergave Visualisatie

    AAN wanneer de productie van tapwater actief is AAN tijdens ontdooien Knippert tijdens activeringsvertraging ontdooien Antivriesverwarmingen/integratieverwarming/boiler: AAN als de verwarmingen zijn ingeschakeld Waterstroomalarm: knipperend bij waterstroomalarm Waterpomp: AAN als er minimaal één waterpomp actief is Condensorventilator: AAN als minstens één condensorventilator actief is AAN als de compressor actief is, Knipperend = wanneer de activering van een compressor vertraagd is (minimale UIT-tijd, vertraging na activering van de waterpomp, enz.)
  • Pagina 25: Belangrijke Functies

    Naast de basisvisualisaties (apparaat status, bedrijfsmodus, ingaande en uitgaande watertemperaturen) is het mogelijk om de waarden van alle temperatuur- en druksondes, de thermostatische klepaandrijfsondes en de bedrijfsparameters af te lezen. De alarmen worden weergegeven door een pictogram en een knipperende alarmcode.
  • Pagina 26: Toetsencombinaties

    10.2.4 TOETSENCOMBINATIES Druk tegelijk gedurende 3 seconden Ga naar het parameter programmeren Druk één keer tegelijk Verlaat de parameterprogrammering. 10.3 Apparaat aan / uit Het apparaat kan op verschillende manieren worden in- en uitgeschakeld: • Vanuit digitale invoer geconfigureerd als AAN/UIT op afstand •...
  • Pagina 27: Aan/Uit Door Toezicht Op Afstand

    Wanneer het apparaat aanstaat, geeft de modus-LED de werking van de koeler of warmtepomp aan, het pomppictogram gaat branden en vervolgens worden de bedrijfspictogrammen van de condensorventilatoren en de compressoren weergege- ven. 10.3.3 AAN/UIT DOOR TOEZICHT OP AFSTAND In-/uitschakelen, evenals volledig beheer van het apparaat (verandering van modus, lezen van temperaturen, statussen, alarmen, enz.) is mogelijk via het Modbus-protocol op RS485 serieel of via het XWeb-systeem voor toezicht op afstand.
  • Pagina 28: Visualisatie Van Sondewaarden

    10.5 Visualisatie van sondewaarden Als u op drukt, worden de huidige sondewaarden weergegeven. Elke geselecteerde sonde kan worden geïdentificeerd aan de hand van het overeenkomstige label dat op het display wordt weergegeven: EIn temperatuur van het water dat de hoofdwarmtewisselaar binnenkomt EOut temperatuur van het water dat uit de hoofdwarmtewisselaar komt Et externe luchttemperatuur San1 temperatuur sanitair water...
  • Pagina 29: Wijziging Van Het Setpoint

    10.6.2 IJZIGING VAN HET SETPOINT De wijziging van het setpoint is alleen mogelijk voor de huidige apparaat modus (koeler of warmtepomp) en voor het beheer van sanitair warm water, indien actief. Houd minimaal 3 seconden ingedrukt. Het display toont SetC of SetH afhankelijk van de operationele modus in de onderste regel.
  • Pagina 30 Zomercompensatie In de koelmodus is het mogelijk om de waarde van het setpoint (parameter St01) te verhogen/verlagen met een waarde die evenredig is met parameter Sd01. Als parameter Sd01 positieve waarden aanneemt, zal er een toe- name zijn, en als het negatieve waarden aanneemt, zal er een afname zijn. De verhouding van toename/afname in functie van de waarde van de buitenluchttemperatuur wordt geregeld door een compensatiestartsetpoint (parameter Sd03) en door het relevante verschil (parameter Sd05) dat posi- tieve of negatieve waarden kan aannemen.
  • Pagina 31: Alarmen

    10.7 Alarmen De afwijkingen van het apparaat worden gevisualiseerd in de onderste regel van het display door middel van alarmcodes, bestaande uit letters en cijfers die de verschillende types identificeren. 10.7.1 “A” PPARAATALARMEN TYPE Deze alarmen kunnen het hele apparaat uitschakelen (bijv.
  • Pagina 32: Circuitalarmen Type "B

    AUAL Seriële com- municatiefout met expan- sieklepaan- drijving AtrE Visograph 2.0 communica- tiealarm als de sonde is geconfigureerd als antivries- / boilerregelaar en Ar10 = 0 als de sonde is geconfigureerd om de hulpuitvoer te regelen als het alarm handmatig is gereset compressoren uit als slechts 1 waterpomp is geconfigureerd of als 2 waterpompen en beide in alarm zijn boilerverwarmers uit als er slechts 1 waterpomp is geconfigureerd of als 2 waterpompen en beide in alarm zijn (in dit geval worden boilerverwarmers alleen gebruikt voor antivries)
  • Pagina 33: Compressor Alarmen Type "C

    10.7.3 “C” OMPRESSOR ALARMEN TYPE Compressoralarmen kunnen de betreffende compressor uitscha- kelen (bijv. C1dt - hoge perstemperatuur compressor 1): Alarmcode Beschrijving Compressor (n) Compressoren niet betrok- C(n)dt Compressor hoge perstemperatuur C(n)HP Compressor (n) hogedrukschakelaar C(n)Mn Compressor(n) onderhoud C(n)oP Compressor (n) oliedrukschakelaar / oliepeil- schakelaar C(n)Pd Compressor (n) olie differentieel...
  • Pagina 34: Alarmlijst (Uitlezen En Resetten)

    10.9.1 LARMLIJST UITLEZEN EN RESETTEN Het ALrM-menu toont alle alarmen die in het apparaat aanwezig zijn. Als het alarm automatisch wordt gereset, wordt de alarmmelding ook verwijderd wanneer het alarm wordt beëindigd. Als het alarm handmatig moet worden gereset, worden de alarmcode en het woord "rst" of "no" weergegeven, afhankelijk van of het alarm kan worden gereset of niet.
  • Pagina 35: Back-Up En Herstel Van Parameters Met "Hot Key

    Ga naar het menu en druk gedurende 3 seconden op de toets Gebruik de pijltjestoetsen om CO1E of CO2E (compressor 1 / compressor 2) te selecteren. Druk dan op gedurende 3 se- conden. Gebruik de pijltjestoetsen om het label diS (compressor- werking uitgeschakeld) of En (compressorwerking ingeschakeld) te selecteren en druk op de toets om de functie te bevesti-...
  • Pagina 36: Visualisatie Van Proportionele Uitvoer / Omvormer

    10.9.10 V ISUALISATIE VAN PROPORTIONELE UITVOER OMVORMER Via het menu Pout is het mogelijk om de werkpercentages van de vier proportionele uitvoerapparaten te bekij- ken. De configuratie van de proportionele uitvoer (omvormer, snelheidsregelaar, etc.) is afhankelijk van het ap- paraattype raadpleeg het relevante bedradingsschema. •...
  • Pagina 37: Roduktie Van Sanitair Warm Water

    10.10 Produktie van sanitair warm water Deze configuratie moet worden gekoppeld aan een boiler van het juiste formaat waarin water met een hoge temperatuur kan worden opgeslagen. De boiler moet bovenaan een opening hebben voor de sonde voor sani- tair warm water, waardoor de regelaar van het apparaat controleert of er sanitair warm water moet worden ge- produceerd.
  • Pagina 38: Apparaten Met Een Speciale Warmtewisselaar Voor Sanitair Warm Water (Sww)

    10.10.2 A (SWW) PPARATEN MET EEN SPECIALE WARMTEWISSELAAR VOOR SANITAIR WARM WATER Het apparaat in deze opstelling heeft twee warmtewisselaars: een systeemzijde, voor airconditioning en verwar- ming, en een exclusief voor de productie van sanitair water. Aan de warmtewisselaar aan de systeem- zijde kan het apparaat warm water of koud water produceren om te voldoen aan de ver- warmings- en koelbehoeften naar gelang het...
  • Pagina 39: Digitale Invoer Voor Dubbel Setpoint Sanitair Warm Water (Optioneel)

    10.10.4 D IGITALE INVOER VOOR DUBBEL SETPOINT SANITAIR WARM WATER OPTIONEEL Met de regelaar kan het setpoint voor de werking van het warm water voor huishoudelijk gebruik worden gewij- zigd op basis van activering/deactivering van een correct geconfigureerde digitale invoer (terminal 61 - 01). dubbele set sanitair Wanneer de waarde actief is: een offset van de waarde van parameter ES32 wordt toegepast op het SWW-setpoint...
  • Pagina 40: Arameterprogrammering

    10.11 Parameterprogrammering 10.11.1 P ROGRAMMEREN VANAF HET TOETSENBORD De waarden van alle parameters kunnen via het toetsenbord worden gewijzigd. De parameters van de regelaar zijn verzameld in families, die elk zijn geïdentificeerd met een label. Hierdoor heeft de gebruiker snel toegang tot de betreffende parameters in de verschillende niveaus.
  • Pagina 41: De Waarde Van Een Parameter Wijzigen

    10.11.4 D E WAARDE VAN EEN PARAMETER WIJZIGEN Voer de parameterprogrammering in zoals beschreven in de vorige paragrafen, gebruik de pijltjestoetsen om de gewenste parametergroep te selecteren (bijv. St thermoregulatie parameters). Bevestig met . De eerste parameter van de geselecteerde groep verschijnt, met zijn huidige waarde.
  • Pagina 42: Beheer Van Compressoren Tijdens De Productie Van Sanitair Warm Water

    10.12.3 B EHEER VAN COMPRESSOREN TIJDENS DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER De regeling vindt plaats op het setpoint voor de productie van sanitair warm water (SWW) en met een proportio- nele band die per parameter kan worden ingesteld (groepering van parameters FS); als de functie sanitair warm water actief is, worden de led van de modus sanitair warm water en de led van de werkingmodus (koelen of verwarmen) weergegeven.
  • Pagina 43: Waterpomp, Functiepuls

    10.12.4 W ATERPOMP FUNCTIEPULS Als de pomp is uitgeschakeld (door thermoregulatie of doordat het apparaat in stand-by/UIT staat), kan de rege- laar, indien correct geparametreerd, periodieke inschakelingen van de pomp aan de gebruikerszijde uitvoeren om te voorkomen dat de pomp vast gaat zitten. Om de functie te activeren, stelt u parameter CO16 = 2 in (pompwerking op verzoek van de compressor).
  • Pagina 44 Tijdsbanden Met de interne klok van de regelaar kan het tweede setpoint worden geactiveerd via een tijdsvak in plaats van activering via digitale invoer. Het is ook mogelijk om het automatisch in-/uitschakelen van het tijdvak in te stellen. Tijdens activering van het dubbele setpoint werkt het apparaat op het volgende setpoint en verschilwaarden: •...
  • Pagina 45 Tijdzones voor sanitair warm water Het tweede setpoint voor de productie van sanitair warm water kan worden geactiveerd via een tijdvak in plaats van activering via een digitale invoer. De parameters ES19 t/m ES31 moeten correct zijn geconfigureerd (begin/einde tijdsinterval en activeringsdag). Tijdens activering produceert het apparaat sanitair warm water op het werksetpoint FS03+ES32 met differenti- eel ES33.
  • Pagina 46: Functie Hulpwarmtebron

    Zaterdag en zondag is alleen het derde vak actief Toewijzing van tijdsperioden aan de enkele dag van de week Energiebesparende modus: van maandag tot en met vrijdag zijn band 1 en 2 actief Zaterdag en zondag is alleen derde band actief 10.12.6 F UNCTIE HULPWARMTEBRON De regelaar beheert een externe bron die kan worden gebruikt als aanvulling op of back-up van de warmte-...
  • Pagina 47: Isograph Toetsenbord

    10.13 Visograph toetsenbord 10.13.1 V ISUALISATIE NA HET INSCHAKELEN Dit display bevindt zich aan de bedieningszijde, in de deur van het elektrisch compartiment. Nadat het systeem is ingeschakeld, worden er twee knoppen weergegeven: ENTER Ga naar de hoofdvisualisatie INFO Visualisatie van de systeeminformatie (software release) Bij het invoeren van de hoofdvisualisatie is het mogelijk om te lezen: Apparaat status Status van het apparaat: koelen, verwarmen, op afstand UIT of STD...
  • Pagina 48: Sondevisualisatie

    10.13.2 S ONDEVISUALISATIE Druk op de toets om de waarde van de op het apparaat geconfigureerde sondes te visualiseren (druk op om alle sondes te visualiseren). 10.13.3 S ETPOINT VISUALISATIE EN WIJZIGING Druk op de toets om de waarde van het setpoint af te lezen (setpoint koelen als de Ichill in de koelmo- dus staat, setpoint verwarming als de Ichill in de verwarmingsmodus staat, setpoint koelen en verwarmen als de Ichill in STD_BY staat of op afstand UITstaat, setpoint sanitair warm water indien ingeschakeld).
  • Pagina 49: Menu Service

    Compressor UIT Compressor AAN Condensatieventilator UIT Condensatieventilator AAN (snel- heidsmodulatie) Waterpomp UIT Waterpomp AAN 10.13.6 M ENU SERVICE Vanuit het hoofdscherm is het mogelijk door op de toets te drukken om toegang te krijgen tot het service- menu waar het mogelijk is om de parameters te wijzigen, onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en details met betrekking tot het apparaat te bekijken.
  • Pagina 50: Parameterprogrammering

    10.13.7 P ARAMETERPROGRAMMERING Door op te drukken is het mogelijk om de parameterwaarde te lezen/wijzigen: selecteer niveau 1 (standaard) of niveau 2 of niveau 3 (door op de toets Pr2 of Pr3 te drukken) • druk op • gebruik om het wachtwoord in te voeren •...
  • Pagina 51: Parameterprogrammering Met De Sneltoets

    10.13.19 P ARAMETERPROGRAMMERING MET DE SNELTOETS Met de Hot Key is het mogelijk om een parametermap naar het apparaat te kopiëren of over te schrijven. Ge- bruik is voorbehouden aan onderhoudspersoneel. 10.13.20 T OETSENBORDCONFIGURATIE Via het bedieningspaneel is het mogelijk om het displaycontrast, de activeringstijd van de achtergrondverlich- ting, de systeemtaal in te stellen en informatie over de softwareversies te bekijken.
  • Pagina 52: Periodiek Onderhoud En Inspecties

    11 PERIODIEK ONDERHOUD EN INSPECTIES 11.1 Waarschuwingen Het is verplicht om een Explosimeter te gebruiken tijdens elke fase van gewoon en buitengewoon onderhoud en opstartfase. Het is verboden onderhoud uit te voeren terwijl de machine aan staat. Het is verplicht om de voeding uit te schakelen voor elk onderhoud.
  • Pagina 53: Aanbevolen Frequentie

    WERKING AANBEVOLEN FREQUENTIE Controleer de werking van alle regel- en veiligheidsapparatuur Maandelijks zoals eerder beschreven. Controleer of de elektrische klemmen goed vastzitten, zowel in Maandelijks het voedingspaneel als in de klemmenborden van de compres- soren. De mobiele en vaste contacten van de afstandsbedienin- gen moeten periodiek worden schoongemaakt en moeten wor- den vervangen wanneer ze tekenen van slijtage vertonen.
  • Pagina 54: Instructie Lekkagedetector R290

    9) Breng door middel van de handpomp de juiste hoeveelheid olie in het carter van de compressor 10) Verwijder de handpomp van de serviceklep 11) Sluit de zuigleiding van de vacuümpomp aan op de Schrader-serviceklep 12) Start de vacuümpomp en laat de compressor minimaal 15 minuten leeglopen 13) Ontkoppel de pomp van de serviceklep en schakel uit 14) Schroef de beschermkap op het serviceventiel 15) Open de pers- en zuigkleppen van de compressor...
  • Pagina 55: Inschakelen

    11.3.3 INSCHAKELEN Zodra de opwarmfase voorbij is (enkele minuten), kan de detector correct werken, hoewel de optimale presta- ties na twee uur worden bereikt. Het is altijd nodig om te wachten tot de stabilisatieperiode voorbij is (ongeveer 2 uur) alvorens een kalibratie uit te voeren.
  • Pagina 56: Uit Bedrijf Nemen

    12 UIT BEDRIJF NEMEN 12.1 Seizoensstop Als de warmtepomp in de zomer niet als koelmachine wordt gebruikt, is het aan te raden de spanning te onder- breken. Bij langere onderbrekingen is het noodzakelijk de zuig- en perskleppen van de compressoren te sluiten. Wordt de unit weer in bedrijf genomen, dan gelden weer de voorschriften van hoofdstuk 9.
  • Pagina 57: Koelmiddel

    14 KOELMIDDEL 14.1 R290 koelmiddel veiligheidsinformatieblad 1. IDENTIFICATIE Productnaam Propaan, R290 ELEMENTEN Chemische formule VAN DE STOF Gebruik Koelmiddel 2. GEVAREN EG-indeling van de stof Fysieke gevaren Ontvlambare gassen, IDENTIFICATIE of het mengsel. Gevaren- gevarencategorie 1 klasse- en categorie- (H220) code: Verordening (EG) Gassen onder druk –...
  • Pagina 58: Samenstelling / Informatie Over De Bestanddelen

    3. SAMENSTELLING / Stof / Bereiding Substantie INFORMATIE OVER Chemische naam van de stof Propaan DE BESTANDDELEN Chemische formule Naam substantie Propaan Inhoud 100% CAS-nr. 74-98-6 EG-nr. 200-827-2 Indexnr. 601-004-00-0 Registratienr. Opmerking 2 Classificatie F+; R12 Vlam. gas 1 (H220) Liq.
  • Pagina 59 5. BRANDBESTRIJ- Specifieke gevaren Blootstelling aan vuur kan ertoe leiden DINGSMAATREGE- dat containers scheuren/ontploffen. Gevaarlijke verbrandingsproducten Bij onvolledige verbranding kan kool- monoxide ontstaan. Blusmiddelen Geschikte blusmiddelen Alle bekende blusmiddelen kunnen worden gebruikt. Specifieke methodes Stop indien mogelijk de toestroom van het product. Ga weg van de con- tainer en koel deze af met water van- uit een veilige positie.
  • Pagina 60: Blootstelling / Persoonlijke Bescherming

    8. BLOOTSTELLING / Persoonlijke bescherming Draag geschikte beschermende kle- PERSOONLIJKE ding, handschoenen en oog-/gelaats- BESCHERMING bescherming. Draag thermisch isolerende hand- schoenen bij het hanteren van vloei- baar gemaakte gassen. In gevallen van onvoldoende ventilatie, waar blootstelling aan hoge dampconcen- traties mogelijk is, dient geschikte adembeschermingsapparatuur met positieve luchttoevoer te worden ge- bruikt.
  • Pagina 61 13. VERWIJDERING Algemeen Niet lozen in gebieden waar het risico INFORMATIE bestaat op vorming van een explosief mengsel met lucht. Afgas moet wor- den afgefakkeld via een geschikte brander met terugslagbeveiliging. Niet lozen op een plaats waar opho- ping gevaarlijk kan zijn. Neem contact op met de leverancier als er begelei- ding nodig is.
  • Pagina 62: Wettelijk Verplichte Informatie

    15. WETTELIJK Specifieke veiligheids-, gezondheids- en Zorg ervoor dat alle nationale/lo- VERPLICHTE milieureglementen/wetgeving voor de stof kale voorschriften worden nage- INFORMATIE of het mengsel leefd. SEVESO-verordening 96/82/EG Vermeld. 16. OVERIGE Zorg ervoor dat operators het ontvlambaarheidsgevaar begrijpen. INFORMATIE Contact met vloeistof kan brandwonden/bevriezing veroorzaken. Het gevaar van verstikking wordt vaak over het hoofd gezien en moet worden benadrukt tijdens de training van operators.
  • Pagina 63: Compressoren

    In de warmtepompen worden diverse typen compressoren gebruikt van het merk Frascol. In dit hoofdstuk wor- den deze compressoren afgebeeld, met aanduiding van de belangrijkste componenten. 15.1 Q-compressor De Q compressor komt voor in de toestellen GH 27.1 en 30.1, en in GHI 27.1, 30.1, 34.1 en 40.1 Hogedruk ventiel Lagedruk ventiel...
  • Pagina 64: S-Compressor

    15.2 S-compressor De S compressor komt voor in de toestellen GH 34.1, 40.1, 47.1, 84.2 en 94.2, en in de GHI 47.1, 50.1, 60.1, 84.2, 94.2, 101,2 en 120.2. Het gewicht van deze compressoren ligt Hogedruk ventiel tussen 120 en 130 kg Lagedruk ventiel Olie vulplug Olie peilglas...
  • Pagina 65: V-Compressor

    15.3 V-compressor De V compressor komt voor in de toestellen GH 50.1, 60.1, 66.1, 75.1, 101.2, 120.2, 132.2 en 150.2, en in de toestellen GHI 66.1, 75.1, 83.1, 97.1, 132.2, 150.2, 167.2 en 195.2 Het gewicht van deze compressoren ligt Hogedruk ventiel tussen 175 en 190 kg Lagedruk ventiel...
  • Pagina 66: Z-Compressor

    15.4 Z-compressor De Z compressor komt voor in de toestellen GH 83.1, 97.1, 111.1, 167.2, 195.2 en 222.2, en in de toestellen GHI 111.1 en 222.2 Deze compressoren hebben een gewicht Hogedruk ventiel tussen 230 en 240 kg Lagedruk ventiel Olie vulplug Olie peilglas Aansluiting carterverwarming...
  • Pagina 68 Uw distributeur: Eco Heating Systems Groningen B.V. Postadres: Bezoekadres: P.O. Box 5145 Rigaweg 10 9700 GC Groningen 9723 TH Groningen The Netherlands The Netherlands +31 50 5470470 sales@ecohs.nl www.ecohs.nl...

Inhoudsopgave