10.2.4
TOETSENCOMBINATIES
Druk tegelijk gedurende 3 seconden
Ga naar het parameter programmeren
Druk één keer tegelijk
Verlaat de parameterprogrammering.
10.3 Apparaat aan / uit
Het apparaat kan op verschillende manieren worden in- en uitgeschakeld:
• Vanuit digitale invoer geconfigureerd als AAN/UIT op afstand
• Vanuit het toetsenbord
• Vanuit tijdvakken
• Vanuit toezicht op afstand/XWeb
10.3.1
AAN/UIT
DOOR DIGITALE INVOER
De AAN/UIT digitale invoer heeft voorrang op het toetsenbord. Het apparaat kan alleen via het toetsenbord wor-
den in- en uitgeschakeld als het apparaat door de invoer in de AAN-modus staat (contact gesloten).
Als u niet van plan bent om de AAN/UIT-functie op afstand via digitale invoer te gebruiken, identificeert u de re-
levante terminals in het bedradingsschema en verbindt u ze (terminal 1-2).
AAN / UIT
AAN/UIT
Waarschuwing: de AAN/UIT-invoer is in geen geval bedoeld als thermoregulatie-invoer, d.w.z. hij mag niet wor-
den aangesloten op externe regeleenheden of thermostaten die worden gebruikt voor temperatuurregeling.
Voor dit gebruik is het raadzaam om in te grijpen op het Energiebesparingscontact (zie hieronder).
Het typische gebruik van het AAN/UIT-contact is om het apparaat in vooraf bepaalde perioden in en uit te scha-
kelen door middel van externe mechanische klokken of relais die worden aangestuurd door SMS.
Bij inactief contact (geen brug in het terminalblok) is het apparaat uitgeschakeld, op het display verschijnt UIT.
Met actief contact (brug in terminalblok) wordt het apparaat vrijgegeven in de laatst geselecteerde bedrijfsmo-
dus (zie hieronder).
10.3.2
AAN/UIT
VIA TOETSENBORD
Druk kort op de warmtepompmodustoets om het apparaat in de verwarmingsmodus in te schakelen.
Druk kort op de koelermodusknop om het apparaat in de koelmodus te zetten.
Opmerking: met het apparaat in standby-modus, d.w.z. geactiveerd door digitaal contact, maar zonder inge-
schakeld te zijn in koeler- of warmtepompmodus, is het mogelijk om de gemeten variabelen te bekijken via het
display en de alarmsituaties te beheren door ze weer te geven en te signaleren (zie onderstaand).
26