WERKING
Controleer de werking van alle regel- en veiligheidsapparatuur
zoals eerder beschreven.
Controleer of de elektrische klemmen goed vastzitten, zowel in
het voedingspaneel als in de klemmenborden van de compres-
soren. De mobiele en vaste contacten van de afstandsbedienin-
gen moeten periodiek worden schoongemaakt en moeten wor-
den vervangen wanneer ze tekenen van slijtage vertonen.
Controleer de koelmiddellading via de vloeistofindicator.
Controleer of er geen olie uit de compressor lekt.
Controleer of er geen waterlekkage of water- en glycolmengsel-
lekkage is in het hydraulische circuit.
Als het apparaat gedurende een lange periode buiten gebruik
moet blijven of moet worden onderhouden, tap dan het water af
uit de leidingen en de warmtewisselaar. Deze handeling is no-
dig wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan het vries-
punt van de gebruikte vloeistof gedurende de stilstandperiode.
Controleer de vulling van het watercircuit.
Controleer de werking van de debietmeter.
Controleer de verwarming van de compressorbeveiliging.
Reinig de metalen filters in de hydraulische leidingen.
Reinig het lamellenblok met vinnen en de metalen filters, indien
aanwezig, met behulp van perslucht in de tegenovergestelde
richting van de luchtstroom. Als het verstopt is, gebruik dan een
waterstraal en pas op dat u de vinnen van het lamellenblok niet
buigt of beschadigt.
Controleer de staat, bevestiging en balans van de ventilatoren.
Controleer de vochtigheidsindicator op de vloeistofindicator
(groen = droog, geel = vochtig). Als de indicator niet groen is,
zoals aangegeven op het indicatorlabel, vervang dan het filter.
Smeermiddel vervangen na ca. 100 werkuren vanaf de eerste
start van de compressor om onzuiverheden te verwijderen die
in het systeem zijn achtergebleven en zich in het carter hebben
opgehoopt uit de koelmiddel- en smeermiddelstroom.
Smeermiddelvulling elke 10.000 werkuren om de oorspronke-
lijke viscositeitskenmerken te behouden.
Controleer de correcte werking van lekkagedetector R290
(zie stap 11.3 voor instructies).
Alle handelingen voor het vervangen van smeermiddelen moeten worden uitgevoerd wanneer de compressor
stilstaat.
Voor het vervangen van smeermiddelen zijn instrumenten vereist die deel uitmaken van de normale uitrusting
van elke koeltechnicus; de benodigde instrumenten om de gewone onderhoudswerkzaamheden uit te voeren
zijn:
-
vacuümpomp
smeermiddel handpomp
-
-
flexibele slangen met draaikoppelingen en klepopener
-
Ratelsleutel voor vierkante stelen
stikstof om te blazen
-
1) Sluit bij werkende compressor de zuigklep; wanneer de zuigdruk daalt tot 0,1 - 0,2 bar, schakelt u de com-
pressor uit.
2) Sluit de afvoerklep
3) Verwijder langzaam de plug van de afvoerklep
4) Verwijder de olieaftapplug en laat al het smeermiddel in een geschikte verpakking stromen
5) Schroef de olieafvoerplug en de afvoerklepplug vast en sluit deze goed af
6) Verwijder de olievuldop (ref.3, zie tekeningen in de catalogus), breng op zijn plaats een Schrader-serviceklep
aan
7) Verwijder de beschermkap van de serviceklep en sluit de afvoer van de handpomp voor smeermiddel aan
8) Sluit de handpompaanzuiging aan op het smeermiddelpakket
AANBEVOLEN FREQUENTIE
Maandelijks
Maandelijks
Maandelijks
Maandelijks
Maandelijks
Seizoensgebonden
Maandelijks
Maandelijks
Maandelijks
Maandelijks
Maandelijks
4 maanden
4 maanden
Maximaal eens per 6
maanden
53