10.11
Parameterprogrammering
10.11.1 P
ROGRAMMEREN VANAF HET TOETSENBORD
De waarden van alle parameters kunnen via het toetsenbord worden gewijzigd. De parameters van de regelaar
zijn verzameld in families, die elk zijn geïdentificeerd met een label. Hierdoor heeft de gebruiker snel toegang tot
de betreffende parameters in de verschillende niveaus.
ALLE
Alle parameters
St
Thermoregulatie parameters
CF
Configuratie parameters
Sd
Dynamische setpointparameters
ES
Dubbele setpointparameters
Cr
Parameters compressorregeleenheid (niet gebruikt)
CO
Compressor-/pompparameters
US
Hulpuitvoersparameters
FA
Ventilator parameters
Ar
Antivries verwarmingsparameters
Df
Ontdooi parameters
FS
Parameters voor het beheer van sanitair warm water
AL
Alarmparameters
Er zijn 3 programmeer-/bewerkingsniveaus voor parameters:
1. Pr1 gebruikersniveau (gemeenschappelijke parameters);
2. Pr2-klantondersteuningsniveau (eenheidsinstellingen, gereserveerd voor Service);
3. Pr3 fabrikantniveau (apparaatconfiguratie, gereserveerd).
10.11.2 T
OEGANG TOT DE PROGRAMMEERMODUS IN NIVEAU
Als het wachtwoord correct is, wordt het programmeerniveau ingevoerd en wordt het label ALLE weergegeven,
anders wordt het wachtwoord opnieuw weergegeven. Zie het begin van het hoofdstuk voor de betekenis van de
verschillende labels. Gebruik de pijltjestoetsen om te schakelen tussen menugroepen en de toets
gang te krijgen.
WAARSCHUWING: Als het apparaat in koelmodus of warmtepompmodus draait, kunnen de waarden van de
parameters in de CF-familie niet worden gewijzigd. Tijdens een ontdooicyclus kunnen de waarden van de para-
meters in de Df-familie niet worden gewijzigd.
Om die parameters te kunnen wijzigen, verlaat u de programmeermodus, zet u het apparaat in stand-by en gaat
u vervolgens weer naar de programmeermodus.
10.11.3 T
OEGANG TOT DE PROGRAMMEERMODUS IN NIVEAU
Het wachtwoord wordt ingevoerd zoals bij toegang tot het parameterniveau Pr1.
40
P
1
R
Druk gelijktijdig op de knoppen
het bovenste display toont het PAS-label en het onderste display
toont het Pr1-label (niveau Pr1).
Druk op de knop
ste display.
Stel met de toetsen
in op "1".
Druk op de knop
P
2
P
3
R
EN
R
Druk gelijktijdig op de knoppen
het bovenste display toont het PAS-label en het onderste display
toont het "Pr1"-label (niveau Pr1).
Houd de toets
3 seconden ingedrukt, het label "Pr2" ver-
schijnt op het onderste display (Pr2-niveau).
Houd de toets
nog eens 3 seconden ingedrukt, het label
"Pr3" verschijnt op het onderste display (Pr3-niveau).
en
en de 0 begint te knipperen op het boven-
of
de waarde van het wachtwoord
om te bevestigen.
en
gedurende 3 sec;
om toe-
gedurende 3 sec;