5 Montage Van de "ZonnesYsteeMleiding 2 in 1"
5.1 installatie van de "zonnecollectorleiding 2 in 1"
• Leg de leiding bloot van het bovenste deel van de "zonne-
systeemleiding 2 in 1" terwijl u er rekening mee houdt, dat
u de kabel van de zonnecollectorsensor niet beschadigt.
• Maak de sensorkabel van de zonnecollector los (3) van de
isolatie.
• Verbind de bovenste zonneleiding (2) aan de bovenste
koppeling van de zonnecollector met behulp van een
verbindingsbocht (1) (zie hoofdstuk "aansluiting zonne-
collectorleiding 2 in 1").
• Verbind de onderste zonneleiding (4) aan de onderste
koppeling van de zonnecollector met behulp van een ver-
bindingsbocht (5) (zie hoofdstuk "De zonnecollectorbuis
aansluiten").
• Plaats geschikt isolatiemateriaal (bestand tegen
beschadiging door vogelsnavels, tegen UV en tegen hitte)
op de aansluitingen en op alle kale zonnecollectorbuizen,
die zich op het dak bevinden.
let oP!
De ontblote delen van de
"zonnecollectorleidingen 2 in 1" mogen
alleen met de hand worden gebogen.
Fig. 5.1 installatie zonnecollectorleiding
5.2 aansluiting "zonnecollectorleidingen 2 in 1"
• Wanneer de moeren worden gespannen, dient u de
andere zijde van het aansluitstuk van de zonnecollector
te ondersteunen om te voorkomen dat deze wordt
beschadigd en dient u te controleren of ze stevig
genoeg zijn vastgedraaid.
• Zet de steunbussen (2) op de zonnecollectoraansluitstuk
(6) en de zonnecollectorleiding (1).
• Plaats de spanmoeren (3) en de knelringen (4).
• Zet de verbindingsbocht (5) op het zonnecollector
verbindingsstuk (6) en draai de spanmoer aan (3).
• Zet de verbindingsbocht (5) op de zonnecollectorleiding
(1) en draai de spanmoer aan (3).
1
2
3
4
5
4
3
2
6
Fig. 5.2a aansluiting zonnecollectorbuizen
1
2
3
4
5
30° max.
15° min.
Fig. 5.2b hellingshoek zonnecollectorleiding
oPMerking!
Monteer de spanmoeren met gebruik
van de steunbussen, anders loopt de
verbindingsleiding het risico te
verbuigen, waardoor het systeem niet
meer waterdicht is en het aansluitstuk
van de zonnecollector wordt beschadigd.
let oP!
Om het vervormen van de zonnecollector
leiding te voorkomen en de circulatie van
de systeem vloeistof te optimaliseren,
dient u rekening te houden met de
krommingstraal van de zonnecollector
buis en zijn hellingshoek.
30° max.
1
B
A
15° min.
R = 70 ± 30
37