Fig. 3.3.2 Maten voor inbouwveld en voor de positie van de
inbouwlatten (referentielijn is telkens de dakpanrand)
aantal collectors.
1
2
Opdekvlak breedte
1)
2)
Ndekvlak breedte (stootrand dakbedekking tot plaatslab links naar rechts)
Bij afstanden van < 309 mm moet u het verschil telkens van de maten C, D en E aftrekken. De minimummaat van 280 mm moet in elk
3)
geval aangehouden worden.
tabel 3.3.3 Maten van het inbouwveld in mm
20
a
B
B
1)
2)
1925
2877
2337
3230
2877
2337
C
d
e
1796
1696
n.v.t.
3105
2895
1455
F
3)
309
(min. 280)
3)