6.2.1 dakanker type P (dakpan)
Beugel voor de onder-
zijde
van de collector
Fig. 4.13 dakanker type P
Het dakanker type P kan naar keuze op het dakspant
(pos. A) of op de daklat (pos. B) bevestigd worden.
Bevestiging op het dakspant
2
1
Fig. 4.13.2 Bevestiging op het dakspant
1. Maak op het betreffende punt de dakspanten vrij.
De afstanden vindt u in tabel 4.11.3.
2. Plaats het dakanker.
3. Draai de bovenste schroef met de steek-/gaffelsleutel
zover los tot het dakanker in hoogte versteld kan worden.
4. Stel het dakanker in op de hoogte van de dakpannen,
zodat het bovenste deel van het anker op de dak-
bedekking ligt en draai de schroef met de steek-/
gaffelsleutel (SW 13) vast.
Beugel voor de boven-
zijde
van de collector
B
3
4
Bevestiging op de daklat
5. Schroef het dakanker met de 3 meegeleverde
6. Schuif de dakpannen weer op hun oorspronkelijke
5
attentie!
Controleer vóór de montage op de daklat
absoluut het draagvermogen van de
daklat! Vervang deze evt.
schroeven op het dakspant vast.
positie. Sla evt. de waterranden aan de onderkant (A)
of bovenkant (B) van de dakpannen met een hamer
uit, zodat de pannen goed aansluiten.
A
2
1
A
6
B
33