Elektrische installatie
9.1.2
Richtlijnen voor het aansluiten van de
elektrische bedrading
Denk aan de volgende punten:
▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog
op het uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het
bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt
werktuig.
b
a
a
Gevlochten geleider
b
Ronde krimpklem
▪ Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Éénaderige draad
A
a Éénaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
Gevlochten geleider
met rond oog
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
Toegelaten
NIET toegelaten
Aanhaalmomenten
Item
M4 (X1M)
M4 (aarding)
▪ De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet
langer zijn dan de andere draden.
1-3
9.1.3
Specificaties van de
standaardcomponenten van de bedrading
Onderdeel
Voedingskabel
Spanning
Fase
Frequentie
Draadtype
Uitgebreide handleiding voor de installateur
24
Methode
c b
AA´
A´
c
a
a
a
b
c
B
B
a
Aanhaalmoment (N•m)
1,2
220~240 V
1~
50 Hz
3-aderige kabel 2,5 mm
H05RN-F (60245 IEC 57)
H07RN-F (60245 IEC 66)
3-aderige kabel 4,0 mm
H07RN-F (60245 IEC 66)
Onderdeel
Kabel tussen de units
(binnen↔buiten)
Aanbevolen onderbreker
Reststroomapparaat
9.2
De elektrische bedrading op de
buitenunit aansluiten
1 Verwijder het deksel van de schakelkast (2 schroeven).
2 Strip de isolatie (20 mm) van de draden.
a
a
Strip de draad tot op dit punt
b
Wanneer u de draad te ver stript, kan dit elektrische
schokken of lekkage veroorzaken
3 Sluit de draden tussen de binnen- en de buitenunits zo aan dat
de nummers van de klemmen overeenstemmen. Zorg dat de
symbolen voor de leidingen en de bedrading overeenstemmen.
4 Sluit de juiste bedrading aan op de juiste kamer (A op A, B op
B).
a-A
1
2
e-A
a
Klemmenstrook voor kamer (A, B)
b
Onderbreker
c
Reststroomapparaat
d
Voedingskabel
e
Kabel onderlinge verbinding voor kamer (A, B)
f
Kabelbevestiging
5 Draai
de
klemschroeven
kruiskopschroevendraaier.
6 Trek even aan de draden om te controleren of ze niet
2
loskomen.
7 Maak de draadbevestiging goed vast om externe belasting op
het uiteinde van de draden te voorkomen.
2
8 Voer de bedrading door de uitsparing in de onderkant van de
beschermplaat.
4-aderige kabel 1,5 mm
2
2,5 mm
en geschikt voor
220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
16 A
MOETEN voldoen aan de
toepasselijke wetgeving
1
2×
b
a-B
3
1
2
3
L
N
f
b
c
d
e-B
goed
vast
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
4P600463-3D – 2021.03
2
of
met
een
R32 Split-reeks