6 Installatie van de unit
5.2
Identificatie
OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of
onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te
verwisselen tussen verschillende modellen.
5.2.1
Identificatielabel: Buitenunit
Plaats
6
Installatie van de unit
In dit hoofdstuk
6.1
Installatieplaats voorbereiden ..........................................................
6.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit
geïnstalleerd wordt ............................................................
6.1.2
Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de
buitenunit in koude klimaten ..............................................
6.2
Openen van de unit..........................................................................
6.2.1
Over openen van de unit ...................................................
6.2.2
De buitenunit openen.........................................................
6.3
De buitenunit monteren....................................................................
6.3.1
Over de montage van de buitenunit...................................
6.3.2
Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de buitenunit .
6.3.3
De installatiestructuur voorzien..........................................
6.3.4
De buitenunit installeren ....................................................
6.3.5
Afvoer voorzien..................................................................
6.3.6
Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen............
WAARSCHUWING
De
installatie
moet
installateur, en de keuze van de materialen en de
installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In
Europa is de norm EN378 van toepassing.
6.1
Installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden
afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
worden
uitgevoerd
door
een
VOORZICHTIG
▪ Controleer of de installatieplaats het gewicht van de
unit kan dragen. Een slechte installatie kan gevaarlijk
zijn.
Het
werkingsgeluiden veroorzaken.
▪ Voorzie voldoende ruimte voor service.
▪ Installeer de unit zo dat ze NIET in contact komt met
een plafond of een muur; anders kan dit trillingen
veroorzaken.
▪ Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht
van de unit geen overlast veroorzaakt.
▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Vermijd zones waar een ontvlambaar gas of product kan lekken.
▪ Installeer de units, voedingskabels en communicatiebedrading op
minstens 3 m van televisietoestellen of radio's om storingen te
voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand
van 3 m soms niet.
OPMERKING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de
binnenunit en/of buitenunit. Anders kunnen condensatie op
de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op het luchtfilter of
een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken,
waardoor voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of
schade oplopen.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
12
12
6.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
13
14
INFORMATIE
14
Lees ook de volgende vereisten:
14
▪
"2 Algemene
14
14
▪
"7.1.3
14
hoogteverschil" [ 4 16].
14
Let op de volgende richtlijnen voor de benodigde ruimte:
15
15
▪ Muur aan 1 kant:
15
>100
b
a
▪ Muur aan 2 kanten:
b
>100
a
>50
▪ Muur aan 3 kanten:
kan
ook
trillingen
of
ongewone
veiligheidsmaatregelen" [ 4 3].
Lengte
koelmiddelleiding
>50
b
a
(mm)
a
>150
b
>50
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
R32 Split-reeks
4P600463-3D – 2021.03
en
(mm)