BEDIENING VAN DE KETEL
16 Inschakelen van de ketel
Controleer of:
• er spanning op het toestel aanwezig is
• de gaskraan open staat.
1. Een gesloten systeem moet worden gevuld en op druk
worden gebracht. Laat de ketel alleen draaien wanneer
u zeker weet dat het systeem gevuld is en op druk is
gebracht.
2. Open een warmwaterkraan, controleer of er water
stroomt en sluit de kraan weer.
3. Steek de stekker in het stopcontact. Het controlelampje
gaat aan (groen) wat er op duidt dat de ketel in bedrijf is.
4. Controleer de druk in het systeem door te kijken naar de
drukafl ezing op het digitale display, die een druk tussen
1,5 en 2,0 bar moet aanduiden (zie fi guur 5).
Het digitale display geeft een drukafl ezing wanneer er
niet om warmte wordt gevraagd.
5. Stel eventuele externe regelinrichtingen naar wens in.
17 Bedieningsknoppen
De temperatuur van het warme water en het centrale ver-
warmingswater kunnen worden ingesteld met behulp van
de regelknoppen op het bedieningspaneel (zie fi guur 5).
bedienings-
paneel
regelknop voor
temperatuur van het
cv-water
Figuur 5. Bedieningspaneel
22
AWB_ThermoMasterHRG_installatiev22 22
AWB_ThermoMasterHRG_installatiev22 22
controle-
stand zonder
lampje
voorverwarming
digitale
regelknop voor
display
temperatuur van
warm water
18 Resetschakelaar
Een storing wordt aangeduid door een ROOD knipperend
controlelampje en door een knipperende storingscode op
het digitale display.
18.1 De ketel resetten
• Draai de resetschakelaar tegen de klok in, richting de
aanduiding Reset.
• Wacht een paar seconden.
• Laat de schakelaar los. Deze zal automatisch in de rust-
positie terugkeren.
18.2 Regeling van de CV-temperatuur
0: Temperatuurregeling is uitgeschakeld.
I: Temperatuurregeling is ingeschakeld. Om de tempe-
ratuur in te stellen draait u de knop op de gewenste
instelling tussen I (Minimum) en
18.3 Regeling van de warmwatertemperatuur
0: het warm water is uitgeschakeld.
Zet de keuzeschakelaar tussen 0 en
watertemperatuur zonder voorverwarming in te stellen.
Zet de keuzeschakelaar tussen
temperatuur en voorverwarming in te stellen.
Om energie te besparen kan het toestel op de ECO-stand
(spaarstand) gezet worden. Het toestel heeft dan een
beperkte voorverwarming en een maximale warmwater
uitstroomtemperatuur van 48 °C.
Om de toestellen conform de CW-kwalifi catie te laten
presteren dient de tapwatertemeperatuur ingesteld te
zijn op
, hetgeen de maximale tapwater-temperatuur
van 65 °C is met maximale voorverwarming.
spaarstand
maximumstand
(Maximum).
om de maximum
en
om de water-
hoofdschakelaar
19-02-2007 10:05:14
19-02-2007 10:05:14