ELEKTRONISCHE KLIMAATREGELING, ECC*
AUTOMATISCHE REGELING
In de stand AUTO worden alle klimaatfuncties
automatisch geregeld voor optimaal comfort
tijdens het rijden.
1
Stel de temperatuur bij door aan de knop te
draaien. De ingestelde temperatuur ver-
schijnt op het display.
2
Druk op AUTO om de temperatuur automa-
tisch te regelen.
OPBERGMOGELIJKHEDEN, 12V-AANSLUITINGEN EN AUX-INGANG
De elektrische aansluitingen voor en achter in
de tunnelconsole werken in contactsleutelstand
I. De elektrische aansluiting rechts in de kof-
ferbak* is altijd ingeschakeld.
HANDMATIGE REGELING
Ventilatorsnelheid.
Luchtverdeling.
Ontwaseming om de voorruit en de
zijruiten zo snel mogelijk van condens te
ontdoen.
Luchtkwaliteit (IAQS). UIT/AUT/Recircu-
latie.
Airconditioning AAN/UIT.
N.B.
Bij gebruik van de 12V-aansluiting in de kof-
ferbak met de motor afgezet kan de accu uit-
geput raken.