PERSONAL CAR COMMUNICATOR, PCC* MET KEYLESS DRIVE
STARTEN MET KEYLESS DRIVE
1
Stap in de auto met de PCC bijvoorbeeld in uw
binnenzak. Bedien het koppelingspedaal of
het rempedaal.
Tijdens de koude start ligt het stationaire toerental van de motor hoger.
STOPPEN
Parkeer de auto en druk op de knop START/
STOP om de motor af te zetten.
STUURWIEL INSTELLEN
WAARSCHUWING! Stel het stuurwiel niet
tijdens het rijden in.
Als de auto zich binnen het transponderbereik
bevindt, kunt u de autostatus controleren door de
toets in te drukken en slechts 5 seconden te wacht-
en. Wanneer u de toets indrukt terwijl de auto
buiten het bereik staat, geeft de PCC uit het geheu-
gen aan of de auto vergrendeld of ontgrendeld
Groen lampje: De auto is vergrendeld.
Geel lampje: De auto is ontgrendeld.
Rood lampje: Het alarm is afgegaan.
De rode lampjes lichten beurtelings op: Er zit
mogelijk iemand in de auto.
2
Druk op de knop START/STOP om de motor te
starten.
N.B.
Met Keyless drive hoeft de PCC alleen in de
auto aanwezig te zijn. Laat de PCC bijvoor-
beeld in uw binnenzak zitten. De auto wordt
bij het openen van het portier automatisch
ontgrendeld.
Om de auto na het parkeren te vergrendelen,
hoeft u alleen het portier te sluiten en op de
portierhandgreep te drukken.
TANKEN
Indrukken om de tankvulklep te openen.