Ventilatie/kanalisatie
De kachel heeft drie ventilatoren waarvan de snelheid
apart kan worden geregeld.
Ze worden aangeduid als ventilator 1, 2, 3 en hun
activering/snelheid wordt weergegeven in het onderste
deel van het display van de radiobesturing.
Ventilator 1 stuwt de lucht altijd naar voren
De ventilatoren 2 en 3 kunnen de lucht naar voren
stuwen of naar de kanalisatie. Ze worden gericht door
middel van de bedieningshendels op de achterkant.
Hendels
2
Om de ventilatoren 2 en 3 te richten (en dus te kiezen
tussen frontale of gekanaliseerde lucht) verplaatst u de
overeenkomende hendel door hem te duwen/trekken.
Elke hendel regelt de richting van de ventilator aan
dezelfde kant.
Hendel "naar achter getrokken" = Lucht
frontaal naar voren, niet in kanalisatie
Hendel "niet uitgetrokken" = Lucht in
kanalisering
Voorbeeld hieronder
ventilator 2 geeft frontale lucht af,
ventilator 3 geeft lucht af in de kanalisatie.
Houd rekening met de lengte van de hendel
voor de plaatsing van de kanalisatiebuis,
vooral als de buis naar boven gericht is
met een bocht.
De hendel die naar achteren getrokken zijn
in de stand voor frontale lucht heeft een
lengte van 6,5 cm; in de kanalisatiestand
is deze 1,5 cm.
GEBRUIKSAANWIJZING
Instelling van de ventilatie
Om de ventilatieniveaus van de ventilatoren 1, 2
en 3 handmatig te regelen, moeten de volgende
aanwijzingen worden opgevolgd.
Druk eenmaal op de toets "OK"
Het ventilatieniveau verschijnt dan, naast het "schoep"-
symbool dat de ventilatie representeert.
Wijzig het ventilatorniveau met de toetsen "+" en "-".
De opvulling van de "schoepen" geeft het niveau aan.
Bevestig door twee seconden op de toets "OK" te
drukken.
Na regeling van ventilator 1 worden vervolgens de
ventilatoren 2 en 3 geregeld.
Ventilatie 1 kan ook het vermogen volgen.
3
Om deze modus te activeren drukt u op de toets +
tot voorbij het maximale ventilatieniveau. Naast het
"schoepensymbool" verschijnt de letter "A".
Snelheid 5 van ventilatie 1 komt overeen met een
"turbo"-snelheid.
De ventilatieniveaus 2 en 3 kunnen verhoogd, verlaagd
of uitgeschakeld worden (ventilatie van niveau 1) met
de toetsen +/- zoals hierboven beschreven, of het
gevraagde vermogen volgen (d.w.z. dalen wanneer
het vermogen wordt verlaagd, of stijgen wanneer het
wordt verhoogd).
Om deze modus te activeren drukt u op de
toets + tot voorbij het maximale niveau. Naast
het "schoepensymbool" verschijnt de letter "A".
Om ervoor te zorgen dat de snelheid van de
ventilatoren 2 en 3 varieert naargelang de gevraagde
omgevingstemperatuur, dient u contact op te nemen
met de technicus van Edilkamin om geschikte voelers
te laten installeren.
HET CIJFER NAAST DE "SCHOEP" OF DE "VLAM"
VERSCHIJNT ALLEEN TIJDENS DE INSTELLING
GEBRUIKER
"vlam"-
symbool
"schoep"-
symbool
plaats 1
43