Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt.
Onmiddellijk bijtanken. Tank nooit
leegrijden.
Katalysator 3 151.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 215.
Startbeveiliging
d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De
motor kan niet worden gestart.
Motorvermogen verminderd
# brandt geel.
Het motorvermogen is beperkt. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 120.
Instrumenten en bedieningsorganen
Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt wanneer het grootlicht aan is
of tijdens een lichtsignaal 3 122 of
wanneer het grootlicht aan is met
grootlichtassistentie of intelligent
verlichtingssysteem 3 124.
Grootlichtassistentie
l brandt groen.
De grootlichtassistentie of het intelli‐
gent verlichtingssysteem is geacti‐
veerd 3 122, 3 124.
Adaptive Forward Lighting
f brandt of knippert geel.
Brandt
Storing in het systeem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert
Systeem overgeschakeld op symme‐
trisch dimlicht.
Controlelamp f knippert na het
inschakelen van de ontsteking onge‐
veer vier seconden om u eraan te
herinneren dat het systeem is geacti‐
veerd 3 123.
Automatische verlichting 3 121.
Mistlamp
> brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 128.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld
3 128.
Niveau sproeiervloeistof te
laag
G brandt geel.
Het niveau van de sproeiervloeistof is
te laag.
Sproeiervloeistof 3 212.
95