92
Instrumenten en bedieningsorganen
Bij sommige versies verschijnt het
bericht Pedaal intrappen op het
Driver Information Center 3 103.
Elektrische handrem
m brandt of knippert rood.
Brandt
Elektrische handrem is aangetrokken
3 158.
Knippert
Elektrische handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet. Schakel de
ontsteking in, trap het rempedaal in
en probeer het systeem te resetten
door de elektrische handrem eerst los
te zetten en daarna aan te trekken.
Blijft m knipperen, rijd dan niet door
en roep de hulp van een werkplaats
in.
Elektrische handrem defect
j brandt of knippert geel.
Brandt
Elektrische handrem werkt niet opti‐
maal 3 158.
Knippert
Elektrische handrem staat in de servi‐
cemodus. Stop de auto, trek de elek‐
trische handrem aan en zet deze los
om de rem te resetten.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit
gaat branden, dan zit er een storing in
het ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder
ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 157.
Opschakelen
[ brandt groen als een controlelamp
of verschijnt als een symbool R met
het nummer van een naasthogere
versnelling op het Driver Information
Center wanneer opschakelen omwille
van het brandstofverbruik wordt
aanbevolen.
Bij sommige versies verschijnt de
ingeschakelde versnelling als pop-up
op het Driver Information Center.
Driver Information Center 3 96.
Stuurbekrachtiging
c brandt geel.
Gaat branden met verminderde
stuurbekrachtiging
De stuurbekrachtiging wordt vermin‐
derd door oververhitting van het
systeem. De controlelamp gaat uit
wanneer het systeem is afgekoeld.
Stop-startsysteem 3 146.