248
Verzorging van de auto
● Gebruik de krik alleen om een
wiel te wisselen in geval van
bandenpech en niet voor de jaar‐
lijkse montage van winter- of
zomerbanden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond moet
u een stevige plank (max. 1 cm
dik) onder de krik leggen.
● Haal vóór het opkrikken van de
auto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
● In de op te krikken auto mogen
zich geen personen of dieren
bevinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Maak de wielmoeren en de
schroefdraad schoon alvorens
het wiel te monteren.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Wieldop verwijderen.
Boordgereedschap 3 236.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen.
Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de
lichtmetalen velg aanbrengen.
Lichtmetalen velgen met midden‐
wielboutdop: Maak de middendop
los door de trekker in de uitsparing
van het merkembleem te plaatsen
en te trekken. Boordgereedschap
3 236.
2. Afhankelijk van de versie zijn er
twee uitvoeringen voor de krik en
de wielsleutel. Boordgereed‐
schap 3 236.
Variant 1a met stijve wielsleutel:
Plaats de wielsleutel stevig op de
wielmoer en draai elke moer een
halve slag los.
Varianten 1b, 2 en 3 met
uitklapbare wielsleutel: